30%-regeling wijzigt weer: waar moet je op letten?

vrijdag, 22 augustus 2025 (08:05) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

De 30%-regeling voor buitenlandse werknemers in Nederland wordt verder aangescherpt en de veranderingen lopen door tot 2027. Werkgevers en werknemers moeten nu al rekening houden met meerdere nieuwe regels en overgangsregelingen.

Belangrijkste wijzigingen en data
- Reeds doorgevoerde aanscherpingen: sinds 2019 is de maximale duur teruggebracht van acht naar vijf jaar; vanaf 2023 moeten werkgevers jaarlijks kiezen tussen vergoeding van werkelijke extraterritoriale kosten of de forfaitaire regeling (die keuze geldt per kalenderjaar en is niet tussentijds te wijzigen).
- Per 1 januari 2024 is een plafonnering ingevoerd: de 30%-regeling kan alleen worden toegepast over een salaris tot de WNT-norm; voor 2025 betekent dat een maximumsalaris van €246.000 en dus een maximale onbelaste vergoeding van €73.800.
- Per 1 januari 2027 wordt het forfait verlaagd van 30% naar 27% (voor zowel ingekomen als uitgezonden werknemers) en worden de inkomensgrenzen verhoogd: de algemene inkomensnorm stijgt van €46.660 naar minimaal €50.436; voor werknemers <30 jaar met een master stijgt de grens van €35.468 naar minimaal €38.338.

Gevolgen en aandachtspunten
- Door de lagere vergoeding en hogere inkomensdrempels komt een kleiner aantal werknemers in aanmerking. Vooral wanneer de onbelaste vergoeding uit het brutoloon wordt gefinancierd, kan het resterende belastbare loon onder de grens terechtkomen, met als gevolg dat de regeling met terugwerkende kracht vanaf 1 januari van dat jaar vervalt en aangiften moeten worden gecorrigeerd.
- Voor bestaande gevallen geldt een overgangsregeling: beschikkingen die uiterlijk 31 december 2023 zijn afgegeven behouden na 2026 het 30%-percentage en de oude inkomensnormen. Aanvragen vanaf 2024 vallen vanaf 2027 onder de nieuwe 27%-vergoeding en hogere normen.

Praktische aanbevelingen
- Beoordeel per werknemer of aan de voorwaarden blijft worden voldaan, vooral bij functiewijziging of contractverlenging.
- Leg keuzes vast in de arbeidsovereenkomst of een addendum (jaarkeuze tussen werkelijke kosten en forfait, hoogte van de vergoeding etc.).
- Overweeg of het vergoeden van werkelijke extraterritoriale kosten fiscaal aantrekkelijker is dan de forfaitaire aanpak en raadpleeg bij twijfel een fiscalist of loonadministrateur.

Kortom: de regeling wordt strakker en complexer; tijdige toetsing, goede vastlegging en proactief aanpassingen in loonadministratie zijn nodig om fiscale verrassingen en correctieplicht te voorkomen. Voor uitgebreide uitleg, voorbeelden en toepassingstips is de whitepaper waarnaar in het artikel wordt verwezen een bruikbare aanvulling.