Addendum met uitbreiding arbeidscontract terecht vernietigd op grond van dwaling
In dit artikel:
Een kantonrechter heeft de vorderingen van een werknemer tegen haar werkgever (een keten van sportscholen rondom Utrecht/Leiden) afgewezen nadat de werkgever buitengerechtelijk een addendum bij de arbeidsovereenkomst vernietigde wegens dwaling. Belangrijke feiten en de uitkomst:
- Wat en wie: de werknemer werkte eerst bij een overgenomen sportschool. Na de overname bood de werkgever haar een 12-urige werkweek aan; op 18 mei 2025 tekende zij een addendum waarmee haar uren per 1 juni 2025 werden uitgebreid naar 31 uur per week en zij extra taken kreeg. Kort daarna, op 22 mei 2025, meldde zij zich ziek en meldde later angst- en paniekaanvallen; op 6 juni gaf zij aan al jaren antidepressiva te gebruiken.
- Vernietiging en procedure: op 18 juli 2025 verklaarde de werkgever het addendum nietig wegens dwaling. De werknemer eiste daarop doorbetaling van loon over 31 uur per week en een vergoeding voor 38,25 overuren (ongeveer €613,87 inclusief vakantietoeslag). De kantonrechter wees deze vorderingen af en veroordeelde de werknemer in de proceskosten.
- Juridische kern van het oordeel: voor een rechtsgeldige buitengerechtelijke vernietiging wegens dwaling moet vaststaan dat de werknemer bij het aangaan van de overeenkomst zodanige kennis had van haar gezondheid dat zij dit aan de werkgever had moeten melden — in het bijzonder wanneer de gezondheidstoestand ingrijpend en langdurig de uitvoering van werkzaamheden zou belemmeren. De werknemer slaagde er niet in aannemelijk te maken dat de werkgever of haar manager vóór het tekenen op de hoogte was van haar psychische klachten. Alleen bekendheid met medicatiegebruik was niet voldoende om aan te nemen dat de werkgever wist van een langdurige belemmering.
- Mededelingsplicht en causaliteit: de rechtbank oordeelde dat de werknemer haar mededelingsplicht had geschonden door haar psychische kwetsbaarheid niet te noemen. Gezien haar voorgeschiedenis was het voorspelbaar dat klachten zouden terugkeren en dat dit relevant was voor de vraag of zij structureel 31 uur kon werken. De rechter vond het aannemelijk dat de werkgever bij correcte kennis van die omstandigheden het addendum niet, of onder andere voorwaarden, had aangeboden — daarmee is het causaal verband voor dwaling aanwezig. Dit maakt de vernietiging in eerste aanleg rechtsgeldig en niet in strijd met het Nederlandse ontslagstelsel.
- Overwerkclaim: de werknemer kon niet overtuigend aantonen dat haar overuren waren opgedragen. De arbeidsovereenkomst bevatte bovendien een clausule dat uitloop van werkzaamheden normaal gesproken niet als overwerk geldt, tenzij in uitzonderlijke gevallen. Omdat de werknemer de stelplicht en bewijs niet vervulde, werd ook deze vordering afgewezen.
Kortom: de werknemer verloor omdat zij niet kon bewijzen dat de werkgever voorafgaand aan het addendum wist van een zodanige, langdurige psychische belemmering dat melding verplicht was; daardoor kon de werkgever het addendum terecht buitengerechtelijk vernietigen en had de werknemer geen recht op extra loon, vergoeding voor overuren of salarispecificaties.