AOW-gerechtigde leeftijd blijft 67 jaar en drie maanden in 2031
In dit artikel:
Minister Paul van SZW heeft bericht over de vaststelling van de AOW‑gerechtigde leeftijd en de aanvangsleeftijd voor 2031 en over de fiscale pensioenrichtleeftijd voor 2027. Volgens de regels in de Algemene Ouderdomswet worden deze leeftijden jaarlijks bepaald op basis van prognoses van de levensverwachting; de AOW‑leeftijd wordt steeds vijf jaar van tevoren aangekondigd. Het CBS rapporteerde een macrogemiddelde resterende levensverwachting op 65‑jarige leeftijd van 21,02 jaar voor 2031. Toepassing van de wettelijke formule leidt ertoe dat de AOW‑gerechtigde leeftijd voor 2031 ongewijzigd blijft op 67 jaar en drie maanden, en de bijbehorende aanvangsleeftijd op 17 jaar en drie maanden. De officiële mededeling verschijnt in de Staatscourant. De pensioenrichtleeftijd blijft voor 2027 op 68 jaar; sinds de Wet toekomst pensioenen (1 juli 2023) speelt die richtleeftijd niet meer in het reguliere fiscale kader, maar hij blijft relevant voor het overgangsrecht. Onderzoek laat zien dat de eerdere stijging van de AOW‑leeftijd geen aantoonbaar negatief effect heeft op de gezondheid van ouderen; er is juist een lichte toename van gezonde levensjaren en werkgevers en werknemers treffen vaker maatregelen (scholing, gezondheidsmaatregelen, aanpassing van werktijden en taken) om langer doorwerken mogelijk te maken.