Arbeidscontract niet ontbonden, geen terugbetaling loon, maar juist loon betalen

vrijdag, 5 september 2025 (09:05) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

Een kantonrechter heeft het verzoek van een werkgever tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer en de vordering tot terugbetaling van 33.000 euro afgewezen. De werknemer meldde zich ziek op 26 januari 2024 en is sindsdien arbeidsongeschikt; daardoor geldt het opzegverbod tijdens ziekte. Alleen als de werkgever aantoonbaar maakt dat het ontbindingsverzoek geen verband houdt met de ziekte, kan het verbod worden doorbroken. De rechter oordeelt dat de werkgever die bewijsverplichting niet heeft vervuld.

De ontslaggronden die de werkgever aanvoert — wijziging van het aantal gewerkte uren in de salarisadministratie, vermeende vervalsing van een addendum, creëren van een onveilige werksituatie en onterechte waarschuwingen — worden door de kantonrechter allemaal op dezelfde feiten gebaseerd. De bedrijfsarts rapporteerde (oudste verslag 23 juli 2024) dat de werknemer last heeft van longgerelateerde, zogenoemde energetische beperkingen die leiden tot communicatieproblemen, prikkelgevoeligheid en verminderd sociaal functioneren. Die beperkingen kunnen naar het oordeel van de rechter hebben bijgedragen aan de conflicten met collega’s, waardoor de aangevoerde gedragingen verband houden met de arbeidsongeschiktheid. De werkgever heeft geen overtuigende nadere toelichting gegeven om dat verband te ontkoppelen. Ook slaagde de werkgever er niet in overtuigend aan te tonen dat het addendum vervalst was; de metadata van een pdf gaf daarvoor onvoldoende bewijs en de stelling is niet gehandhaafd. Gevolg: ontbinding wordt afgewezen.

Wat loonvorderingen betreft, gaat de zaak deels anders uit. De werkgever stelde dat hij teveel heeft betaald omdat hij uitbetaalde op basis van 18,46 uur per week terwijl er volgens de arbeidsovereenkomst slechts 10 uur per week was afgesproken, en eiste terugbetaling. De werknemer hield vol dat haar werkweek sterk varieerde en gemiddeld hoger lag. De kantonrechter overweegt dat in de arbeidsovereenkomst was opgenomen dat de werknemer op verzoek overwerk kon verrichten. Omdat de werkgever gedurende de hele periode consequent meer dan 10 uur per week heeft uitbetaald, heeft hij die hogere uren telkens bekrachtigd; hij kan daarop niet terugkomen. De vordering tot terugbetaling van onverschuldigd betaald loon wordt daarom afgewezen.

De rechter rekent vervolgens met de feitelijk gewerkte uren en het toepasbare uurloon van €37 (zoals in de loonstroken). Uit het door de werknemer overgelegde overzicht volgt dat zij van september 2023 tot haar ziekmelding in januari 2024 in totaal 317,85 uur werkte, gemiddeld circa 14,67 uur per week — minder dan de 18,46 uur die zij werd betaald. Wel blijkt dat de werkgever de in de arbeidsovereenkomst afgesproken pensioencompensatie van 5,7% niet heeft uitbetaald; voor de periode 1 sept 2023–jan 2024 is dat een bedrag van €723,97 bruto.

De rechter maakt verder specificaties van achterstallig loon en compensatie vanaf de ziekmelding:
- Pensioencompensatie over 26 jan–1 dec 2024: €1.470,22 bruto.
- Voor de periode 1 dec 2024–26 jan 2025 ontstond een tekort van 4,67 uur per week; dat levert een bruto vordering van €1.578 plus pensioencompensatie €182,22.
- Voor het tweede ziektejaar (26 jan–1 juni 2025) heeft de werknemer recht op 70% van het loon over 4,67 uur/week, wat neerkomt op €2.485,35 bruto, plus pensioencompensatie over de minimaal uitbetaalde 10 uur/week van €286,99.
Totaal aan achterstallig loon en compensatie tot 1 juni 2025: €6.726,75 bruto. De wettelijke verhoging wegens te laat betalen wordt gemaximeerd door de rechter op 10% van dat bedrag (€672,68). Vanaf 1 juni 2025 is de werknemer verder toegewezen recht op een structureel bruto-weekloon van €433,74 (berekend op 70% van het gemiddelde uurbereik met vakantiebijslag en pensioencompensatie). De rechter wijst aanvullende gevorderde rente en verhoging voor nog niet opeisbare maanden af, omdat die vorderingen toen nog niet aan de orde waren.

Kort gezegd: het ontbindingsverzoek faalt vanwege het opzegverbod tijdens ziekte en het ontbreken van bewijs dat de aangevoerde redenen losstaan van de arbeidsongeschiktheid; terugvordering van loon wordt afgewezen omdat de werkgever de meerbetaalde uren heeft bekrachtigd; de werknemer krijgt echter diverse sommen aan achterstallige pensioencompensatie en loon toegewezen, plus een beperkte wettelijke verhoging.