Belangrijkste wijzigingen belastingen 2026: autobelastingen, loon- en inkomstenbelasting
In dit artikel:
De Eerste Kamer heeft het pakket Belastingplan 2026 goedgekeurd. De meeste maatregelen gelden per 1 januari 2026 (sommige besluiten werken met terugwerkende kracht naar 2025) en brengen aanpassingen in inkomstenbelasting, loonheffing en autobelastingen. Belangrijke motieven zijn inflatiecorrectie, voortschrijdende klimaat- en mobiliteitsbeleid en het vergroten van transparantie bij de Belastingdienst.
Algemene correctie en inkomensbelasting
- De inflatiecorrectie voor 2026 is 2,9%; veel drempels en grenzen worden daarom omhoog bijgesteld.
- In box 1 verandert de tariefstructuur: het eerste schijfpercentage (tot €38.883) daalt naar 35,75%; de tweede schijf (tot €78.426) stijgt naar 37,56%. Het toptarief blijft 49,5% en het beginpunt daarvan wordt verhoogd naar €78.426 (een extra verhoging bovenop de inflatiecorrectie).
- De zelfstandigenaftrek wordt verder afgebouwd: in 2026 valt deze naar €1.200 (uiterlijk €900 in 2027).
- De arbeidskorting wordt aangepast door lagere inkomens eerder meer korting te laten opbouwen: de eerste twee knikpunten in het opbouwtraject gaan naar lagere inkomens.
Regelingen voor buitenlandwerkers, fietsen en vervroegde uittreding
- De extraterritoriale kostenregeling (ETK) wordt aangescherpt: werkgevers mogen vanaf 2026 niet meer onbelast vergoeden voor bepaalde extra levensonderhoudskosten (bijv. maaltijden, gas/water/licht) en voor extra gesprekskosten met het thuisland.
- Voor (privé)gebruik van door de werkgever verstrekte fietsen blijft een bijtelling van 7% gelden, maar deelfietsen worden vanaf 2026 uitgezonderd van bijtelling.
- De regeling voor vervroegde uittreding (RVU) blijft bestaan, met een verhoging van het vrijgestelde maandbedrag met €300 bruto en een indexatie gekoppeld aan het minimumloon, wat vooral laagopgeleide werknemers helpt eerder te stoppen.
Autobelastingen, EV-prikkels en youngtimers
- CO2-grenzen en bpm-tarieven voor personenauto’s worden aangepast aan verwacht technische voortgang.
- Lage bpm-tarieven voor emissievrije bijzondere voertuigen (bijv. kampeerauto’s, rolstoelvoertuigen) en elektrische motoren blijven gelden tot en met 2030; in 2026 is de bpm voor emissievrije bijzondere auto’s €687 en voor emissievrije motoren €206.
- De motorrijtuigenbelastingkorting voor emissievrije personenauto’s wordt sterk teruggeschroefd: vanaf 2026 geldt een tarief van 70% (dus 30% korting); voor andere EV’s en PHEV’s vervallen kortingen.
- De bijtellingskorting voor emissievrije personenauto’s daalt: de extra korting wordt 4% tot een maximumbedrag van €30.000, wat in 2026 resulteert in een effectieve bijtelling van 18% over dat maximumbedrag.
- De youngtimerregeling wordt versoberd: auto's die vanaf 1 januari 2026 15 jaar of ouder worden, krijgen geen bijzondere 35%-regeling meer; voor reeds in 2025 beschikbare youngtimers geldt overgangsrecht in 2026.
Overige punten
- De tijdelijke verlaging van brandstofaccijnzen wordt gedeeltelijk met één jaar verlengd (waardoor een grotere stijging in 2026 wordt voorkomen).
- Inzage in het fiscale dossier wordt stapsgewijs uitgebreid tot uiterlijk 2032; vanaf 2026 worden als eerste stukken over inkomstenbelasting gefaseerd digitaal beschikbaar.
- Invorderingsrente stijgt van 4% naar 4,3% voor aanslagen vanaf 2026.
- De Belastingdienst en Dienst Toeslagen stappen in 2026 (vanaf uiterlijk 1 mei) over van bankrelatie ING naar Rabobank.
Deze veranderingen zijn bedoeld om fiscale regels aan te passen aan economische ontwikkeling, klimaatbeleid en digitale transparantie, maar brengen concrete verschuivingen in lasten en prikkels voor zowel werknemers, ondernemers als autobezitters.