Bijtelling fiets, youngtimerregeling, handhaving arbeidsrelaties: antwoord op vragen

In dit artikel:

Tijdens de Intermediairdagen van de Belastingdienst beantwoorde de fiscus veel vragen over fietsbijtelling, youngtimers en handhaving van arbeidsrelaties. Belangrijkste punten:

- Fiets en privégebruik: het Belastingplan 2026 knoopt woon-werkverkeer niet langer automatisch aan de bijtelling. Dat betekent echter niet dat bijtelling verdwijnt zodra iemand niet pendelt. Als een werknemer de fiets ook voor privédoeleinden kan gebruiken, blijft een bijtelling van 7% van toepassing, ook bij geen woon-werkverkeer. Alleen wanneer de fiets in minder dan 10% van de gevallen bij het woon- of verblijfadres aanwezig is, vervalt die bijtelling.

- Youngtimerregeling: per 1 januari 2026 stijgt de minimumleeftijd voor youngtimers van 15 naar 16 jaar. Vanaf 2027 komen alleen nog auto’s van 25 jaar en ouder in aanmerking. Voor die auto’s geldt een bijtelling van 35% van de waarde in het economische verkeer.

- Handhaving schijnzelfstandigheid: de zogenaamde ‘zachte landing’ eindigt op 1 januari 2026. Vanaf dat moment kan de Belastingdienst weer boetes opleggen aan opdrachtgevers die met schijnzelfstandigen werken en verandert de werkwijze van onderzoeken. Voor correcties over kalenderjaar 2025 blijft de zachte landing wél gelden (geen boetes), maar de fiscus kan terugwerken tot 1 januari 2025. Voor perioden vóór 1 januari 2025 zijn correcties alleen mogelijk bij kwaadwillendheid of na herhaalde ongevolgde waarschuwingen, tot maximaal vijf jaar terug.

Deze wijzigingen hebben gevolgen voor werkgevers, zzp’ers en medewerkers bij het afwegen van vergoedingen, bijtellingsregels en contractvormen.