Compensatie transitievergoeding bij einde bedrijf vanwege pensioen en provisie berekenen
In dit artikel:
Een werkgever vroeg bij het UWV compensatie aan voor de aan een werknemer betaalde transitievergoeding van €72.131,20 bruto na beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfsbeëindiging bij pensionering per 1 oktober 2021. UWV stelde dat de wettelijk vastgestelde transitievergoeding slechts €55.868,64 bedroeg en wilde de compensatie beperken tot dat lagere bedrag. Kernpunt van het geschil was hoe provisie (commissie) moet worden meegeteld bij de berekening van het loon waarover de transitievergoeding wordt vastgesteld: gaat het om wat in de referteperiode van twaalf maanden voorafgaand aan ontslag daadwerkelijk is uitbetaald, of om het recht op provisie dat in die periode is ontstaan?
De werknemer had naast een vast maandsalaris een provisieregeling van 29 mei 2001. Daarin was vastgelegd dat provisie verschuldigd werd als honoraria een drempel overschreden; de provisie bedroeg 50% van het meerdere. De vergoeding werd feitelijk na elk kwartaal berekend en als voorschot in juni, augustus en november uitgekeerd, met in het voorjaar een definitieve jaarnacalculatie — in de praktijk trad echter zelden een na-correctie op. UWV meende dat de provisie over het derde kwartaal 2021 niet in de twaalfmaandsreferte viel (en daarom niet meegeteld moest worden) en dat voor de berekening het kwartaal uit 2020 gebruikt moest worden.
De Centrale Raad van Beroep verwierp dit standpunt. De Raad interpreteerde de formulering uit het Besluit loonbegrip (“verschuldigd in de twaalf maanden voorafgaand aan het eind van de arbeidsovereenkomst”) aldus dat het aankomt op het recht op provisie dat in de referteperiode is ontstaan. Of de hoogte van die provisie op dat moment al exact bepaalbaar was of pas later is uitbetaald, is daarbij niet relevant. Omdat het recht op provisie in de relevante twaalfmaandsperiode is ontstaan, moet die provisie worden betrokken bij de berekening van de transitievergoeding.
Gevolg: UWV moet de transitievergoeding opnieuw berekenen en zijn beslissing over toekenning van compensatie daarop baseren. De uitspraak benadrukt dat bij variabele beloningen niet alleen actuele uitbetalingen tellen, maar ook in de referteperiode ontstane aanspraken.