Digitalisering bpm-aangifte gepland per 1 januari 2028

In dit artikel:

Staatssecretaris Heijnen (Financiën) wil de bpm‑aangifte volledig digitaliseren en streeft naar invoering per 1 januari 2028. Ze berichtte de Tweede Kamer over uitvoeringstoetsen die de Belastingdienst en de RDW uitvoerden op de voorbereide regelgeving; beide instanties achten de stap technisch en organisatorisch haalbaar. In het geplande gemeenschappelijke digitale portaal worden de kentekeninschrijving bij de RDW en de aangifte van de Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen (bpm) samengebracht, zodat registratie en heffing in één digitaal proces plaatsvinden.

Digitalisering moet burgers en bedrijven betere dienstverlening bieden en fouten, vertragingen en uitval die nu bij papieren afhandeling optreden verminderen. Ook wordt genoemd dat digitale processen handhaving en inning structureel kunnen verbeteren doordat voertuiggegevens van de RDW direct door de Belastingdienst benutbaar worden. Bij de bespreking van het Belastingplan 2024 en in een kabinetsbrief van 11 juli 2025 werden geen nieuwe beleidskeuzes aangekondigd; wel staat een mogelijke toekomstvorm — een tenaamstellingsbelasting — ter discussie als alternatief voor de bpm. De voorbereidingen houden daarmee rekening met een scenario waarin de heffing verandert, maar het digitale ketenproces en de gegevensuitwisseling tussen RDW en Belastingdienst behouden blijven.

De regering geeft aan in de tweede helft van 2026 nader te rapporteren over de voortgang; de beoogde startdatum voor het nieuwe digitale systeem is 1 januari 2028. Voor inwoners en bedrijven betekent dit naar verwachting minder administratieve lasten, snellere registraties en een betrouwbaarder inningproces.