Eerder dienstverband, einde door werknemer, telt niet mee voor transitievergoeding

In dit artikel:

De Hoge Raad heeft beslist dat een eerder dienstverband dat door de werknemer zelf is beëindigd niet mag worden meegerekend bij de berekening van de transitievergoeding van een later dienstverband. Het geschil betrof een werknemer van een wereldwijd opererend offshorebedrijf die op 1 juni 2011 in dienst trad, op 1 oktober 2017 zelf opzegde en op 1 maart 2018 opnieuw bij dezelfde werkgever in dienst kwam. Na een conflict over functie en uitzending verzocht de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst op de zogenoemde g-grond per 1 december 2023 en legde een transitievergoeding van €12.683,02 bruto op; het hof corrigeerde dat bedrag naar €14.346,37 bruto.

De werknemer voerde in cassatie aan dat bij de berekening van de transitievergoeding ook de periode vanaf juni 2011 moest worden meegerekend op grond van de samentellingsregel (voorgaande overeenkomsten tussen dezelfde partijen met onderbrekingen van maximaal zes maanden worden bij elkaar opgeteld). De Hoge Raad verwierp die stelling. Volgens de Hoge Raad volgt uit de doelstelling van de transitievergoeding en uit de wetsgeschiedenis dat die vergoeding alleen verschuldigd is wanneer de beëindiging het initiatief van de werkgever is of het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Daarom past het niet om arbeidsovereenkomsten die door de werknemer zelf zijn beëindigd (zonder ernstig verwijtbaar werkgeversgedrag) mee te tellen bij die samentelling.

Praktisch betekent dit dat eerdere dienstverbanden die de werknemer op eigen initiatief beëindigde niet leiden tot een langere duur en dus een hogere transitievergoeding bij een later ontslag, tenzij het eerdere vertrek het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. De beslissing verduidelijkt de uitleg van art. 7:673 lid 4 BW en bevestigt dat de transitievergoeding primair bedoeld is als compensatie en ondersteuning bij ontslaginitiatieven van de werkgever.