FNV zet in op 6 procent loonsverhoging in 2026, CNV op 3,5 tot 5 procent

In dit artikel:

FNV en CNV presenteren verschillende prioriteiten voor het cao-seizoen 2026. De FNV vraagt een loonsverhoging van 6% en pleit voor een minimumuurloon van 18 euro. Volgens interim cao-coördinator Jacqie van Stigt zijn de prijzen nog steeds hoog en is de arbeidsmarkt krap; zij benadrukt dat bedrijven de looneis kunnen betalen gezien de historisch hoge winsten. Daarnaast wil de FNV automatische prijscompensatie, vaste contracten voor structureel werk, verbeterde werkkwaliteit en maatregelen tegen werkdruk. De bond wijst ook op structurele problemen zoals de loonkloof tussen mannen en vrouwen, het jeugdloon en het onvermogen van sommige werknemers om gezond de AOW-leeftijd te bereiken. Circa 5,6 miljoen werknemers vallen onder cao’s waarbij de FNV betrokken is.

CNV kiest voor een gematigder inzet: 3,5–5% salarisstijging, gebaseerd op verwachte inflatie (2,6%) en arbeidsproductiviteit (1,7%). De vakbond promoot daarnaast een levensfase-cao waarmee een deel van de collectieve arbeidsvoorwaarden individueel kan worden ingevuld — opties zoals “Fit naar de Finish” voor oudere werknemers, een “Zorg & Werkpakket” voor jonge ouders en mantelzorgers of een uitbetaald cash-pakket. Werknemers kiezen hun pakket jaarlijks in december, met mogelijkheid tot aanpassing bij ingrijpende levensgebeurtenissen. CNV-voorzitter Piet Fortuin zegt dat dit maatwerk moet helpen arbeidsongeschiktheid en verzuim te verminderen en werknemers langer inzetbaar te houden in een vergrijzende, krappe arbeidsmarkt.

Beide bonden leggen de nadruk op eerlijke beloning en betere arbeidsvoorwaarden, maar verschillen in ambitie en aanpak: FNV zet in op sterke algemene verhogingen en structurele hervormingen, CNV op een combinatie van collectieve afspraken en individuele flexibiliteit.