Kabinet voert motie om wetgeving voor versobering expatregeling niet uit

maandag, 1 december 2025 (11:22) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

Staatssecretaris Heijnen (Fiscaliteit) heeft laten weten dat het kabinet de motie van Kamerlid Saris (NSC), die op 2 oktober 2025 in de Tweede Kamer werd aangenomen en vroeg om uiterlijk 1 december 2025 een wetsvoorstel te presenteren dat de 30%-regeling versobert, niet zal uitvoeren. Als belangrijkste redenen noemt het kabinet de demissionaire status van het kabinet en het belang van stabiel fiscaal beleid voor de betrouwbaarheid van de overheid en het vestigingsklimaat.

De 30%-regeling, bedoeld om buitenlandse kenniswerkers te compenseren voor extraterritoriale kosten door een deel van het salaris onbelast te laten, is de afgelopen jaren al meerdere keren aangepast (looptijdverkorting, aftopping op WNT-norm, geplande procentuele afbouw en aanpassing salarisnormen). Volgens het kabinet en het door hen aangehaalde SEO-evaluatierapport “Kunde, Kosten en Keuzes” uit de eerste helft van 2024 hebben die frequente wijzigingen ongunstige effecten gehad op het vestigingsklimaat en het ondernemersvertrouwen.

SEO beoordeelt de regeling als doeltreffend en benadrukt dat deze bijdraagt aan het aantrekken van kennismigranten, vooral in sectoren met tekorten zoals ICT en de technische maakindustrie. Daarom zou een beperking van de regeling tot erkende tekortberoepen in de praktijk weinig veranderen. Verder concludeert SEO dat versobering naar verwachting investeringen zal verminderen en Nederlandse werkgevers internationaal op achterstand zet bij het binnenhalen van talent; veel omringende landen hebben evenwel aantrekkelijke of uitgebreidere expatregelingen.

Financieel blijkt de regeling netto positief voor de schatkist: gemiddeld zo’n €128,5 miljoen per jaar. Ook gaf SEO aan dat ruim 60% van werkgevers die medewerkers onder de regeling heeft, deze regeling als belangrijk beschouwt voor hun vestigingskeuze in Nederland.

Het kabinet wijst er bovendien op dat de in de motie voorgestelde nieuwe criteria — een beperking tot erkende tekortberoepen en een regionale capaciteitstoets voor oververhitte gebieden — praktisch moeilijk meetbaar en uitvoerbaar zijn. De Belastingdienst beschikt volgens het kabinet niet over de benodigde kennis en infrastructuur om te beoordelen welke werkzaamheden werknemers feitelijk verrichten of hoe regionale knelpunten betrouwbaar te toetsen, zeker gezien verhuizingen en timing van aanvragen. Ook een mogelijke afbouw met een inkomensplafond is uitvoeringsafhankelijk van de precieze vormgeving en kan grote systeemaanpassingen vergen, zoals eerder bleek bij het inmiddels teruggedraaide amendement Omtzigt.

Tot slot merkt het kabinet op dat het opstellen van een zorgvuldig wetsvoorstel tijd kost en dat de in de motie gestelde termijn te krap is; ruimere deadlines zijn nodig.