Leaseautoregeling overtreden en oneigenlijk gebruik tankpas: ontslag op staande voet terecht
In dit artikel:
Een kantonrechter heeft het ontslag op staande voet van een werknemer gehandhaafd omdat deze de regels rond de leaseauto en tankpas ernstig heeft geschonden. De kwestie speelde zich af in 2024: de werkgever sprak het ontslag uit op 23 december nadat verdachte tanktransacties en onduidelijkheden over het gebruik van de auto aan het licht waren gekomen.
Centrale feiten en bewijs
- De werknemer had in 2014 een leaseautoregeling ondertekend die ook na de vervanging van de leaseauto in 2020 van kracht bleef; een door de werknemer overgelegd screenshot kon dat niet wijzigen.
- Uit tankgegevens blijkt dat er in november 2024 op 2, 4, 7 en 23 november in totaal 111,52 liter is getankt; in september en mei 2024 waren er bovendien grote tankbeurten (resp. 208,72 en 245,21 liter) die duizenden kilometers impliceren. De werknemer gaf geen verantwoording voor deze hoge brandstofaantallen.
- De werkgever stelde vast dat de werknemer meerdere malen zijn neef in de leaseauto had laten rijden en zelfs de tankpas met pincode aan hem had gegeven. Een neef valt niet onder de toegestane gezinskring; het uitlenen van de pas en auto is dus oneigenlijk gebruik.
- Voor specifieke data (o.a. 6 november) tonen verklaringen en foto’s dat de werknemer niet in de auto aanwezig was, wat wijst op gebruik door derden. Op sommige bonnen is bovendien diesel afgerekend, terwijl de leaseauto benzine rijdt, wat duidt op tanken voor een andere auto.
Betrouwbaarheid van de werknemer
- De werknemer probeerde de veronderstelde extra kilometers te verklaren met boodschappenritten en een laat ingebrachte bewering over een rit naar Duitsland van circa 700 km op 30 november. De kantonrechter vond die verklaring ongeloofwaardig: een dergelijke rit zou tussentijds tanken hebben vereist (niet met de tankpas gebeurd), en de lichamelijke klachten van de werknemer (dubbele hernia) maken een dergelijke reis onwaarschijnlijk. Bovendien bleven veel kilometers in november onverklaard.
- Overige verstrekte verklaringen waren vaak niet ondertekend, niet gedateerd of niet ondersteund door bonnetjes, waardoor hun geloofwaardigheid te kort schoot.
Rechtsvraag rond onverwijldheid
- De werknemer stelde dat het ontslag te laat kwam omdat de werkgever al op 30 november op de hoogte had kunnen zijn van de factuur. De rechter oordeelde dat die datum van de factuur niet bewijst dat de werkgever diezelfde dag de factuur ontving; er was geen onderbouwing dat de werkgever eerder dan 17 december kennis had. Het ontslag op 23 december was daarom voldoende “onverwijld”.
Oordeel en consequenties
- De kantonrechter kwalificeerde het handelen van de werknemer als ernstig verwijtbaar en meende dat de werkgever een dringende reden had voor onmiddellijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Persoonlijke omstandigheden (23 dienstjaren, 55 jaar, kostwinner) wogen niet zwaarder dan de ernst van de gedragingen.
- Omdat het ontslag het gevolg was van ernstig verwijtbaar handelen, is de werkgever geen transitievergoeding verschuldigd. Ook verzocht de werknemer geen billijke of gefixeerde schadevergoeding toe te kennen; deze verzoeken werden afgewezen.
Kort samengevat oordeelde de rechter dat de combinatie van onrechtmatig uitlenen van de leaseauto, het beschikbaar stellen van de tankpas met pincode aan derden, het ontbreken van verantwoording over vele gereden kilometers en onbetrouwbare verklaringen de werkgever voldoende grond gaf om per direct ontslag uit te spreken.