Loonaanspraak bij basisovereenkomst voor arbeidsongeschiktheidsverzekering?
In dit artikel:
De Kennisgroep Loonheffing Algemeen van de Belastingdienst heeft een standpunt gepubliceerd over (semi-)collectieve arbeidsongeschiktheidsverzekeringen die via een zogenaamde basisovereenkomst lopen. Het betreft situaties waarin een werkgever een raamovereenkomst met een verzekeraar sluit, waaruit werknemers op vrijwillige en individuele basis een polis kunnen afsluiten — vaak met de mogelijkheid om zich zonder medische uitsluiting aan te melden — en waarbij premiebetaling via de werkgever wordt geregeld.
Belangrijkste feiten
- De basisovereenkomst zelf is geen individuele verzekeringsovereenkomst; de werknemer sluit en houdt de eigen polis, en is primair premieverantwoordelijk. De verzekering keert uit bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid en vult het inkomen meestal aan tot minimaal 70% van het verzekerde inkomen, tot AOW-leeftijd.
- De werkgever draagt via de loonadministratie bij in de premiebetaling: tot maximaal 0,25% van het pensioengevend salaris; het meerdere betaalt de werknemer zelf.
- De centrale vraag was of deze constructie een vrijgestelde loonaanspraak oplevert op grond van artikel 11 lid 1 onderdeel f Wet LB 1964. Antwoord van de Kennisgroep: nee. Omdat de werknemer geen aanvullende, door de werkgever toegekende rechten uit de basisovereenkomst verkrijgt, is er geen vrijgestelde aanspraak.
Aanknopingspunten en casuïstiek
De Belastingdienst geeft handvatten om te beoordelen wanneer wél sprake is van een loonaanspraak: doorslaggevend is of de werknemer uit de basisovereenkomst zelfstandig rechten kan ontlenen die verder gaan dan zijn eigen polis. Drie illustratieve situaties:
1) Werkgever is verzekeringnemer en definitief premieverantwoordelijk; premie wordt op werknemers verhaald: wél loonaanspraak.
2) Werkgever faciliteert alleen (grondslag: werknemer is verzekeringnemer, premie via werkgever, werkgever betaalt een deel terug): géén loonaanspraak — werkgever is louter intermediair/kassier.
3) Werkgever betaalt premies vooruit en treedt in verzekeraarsrechten (subrogatie): wél loonaanspraak, omdat de werkgever meer regelt dan alleen distributie.
Toepassing op de casus
In de besproken situatie ontbreekt een juridisch afdwingbaar recht van de werknemer op toekomstige uitkeringen richting werkgever; de werknemer is verzekeringnemer en verantwoordelijk voor premiebetaling. Het feit dat de werkgever deelname mogelijk maakt, administratief afdraagt of een (gedeeltelijke) premievergoeding geeft, verandert dat niet. De vergoeding die de werkgever verstrekt voor premie is wel loon in de zin van artikel 10 Wet LB 1964. Deze vergoeding kan onder voorwaarden als eindheffingsbestanddeel worden aangewezen (artikel 31 lid 1 onder f), mits de gebruikelijkheidseis is voldaan.
Praktische consequentie
Werkgevers die dergelijke basisovereenkomsten aanbieden moeten premievergoedingen als loon behandelen voor de loonheffing, tenzij de situatie volgens de hierboven gegeven criteria recht geeft op een andere kwalificatie of aan de eindheffingsvoorwaarden voldoet.