Loonaanspraak bij basisverzekering voor arbeidsongeschiktheidsverzekering?

woensdag, 10 december 2025 (10:51) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

De Kennisgroep loonheffing algemeen van de Belastingdienst heeft een standpunt ingenomen over een semicollectieve (basis)overeenkomst voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering die een werkgever met een verzekeraar sluit. In die constructie kunnen werknemers via de werkgever, op vrijwillige basis en zonder uitsluiting, zelf een individuele polis afsluiten die inkomen aanvult bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid en daarmee samenhangende werkloosheid (minimaal 70% van het verzekerde inkomen, uitkering tot AOW‑leeftijd). De basisovereenkomst zelf is geen polis; de werknemer is verzekeringnemer en draagt de premie (betaling kan via de werkgever verlopen). De werkgever vergoedt maximaal 0,25% van het pensioengevend salaris; het overige deel is voor de werknemer.

De centrale vraag was of zo’n regeling een vrijgestelde loonaanspraak oplevert op grond van artikel 11, eerste lid, onderdeel f, Wet LB 1964. De Kennisgroep antwoordt: nee. Belangrijk criterium is of de werknemer rechten kan ontlenen aan de basisovereenkomst tussen werkgever en verzekeraar die verder gaan dan zijn eigen individuele verzekeringsovereenkomst.

De Kennisgroep geeft drie toetsoorzaken:
- Als de werkgever zelf verzekeringnemer is, de premie volledig verschuldigd is door de werkgever en deze premie afhankelijk is van het aantal werknemers (en de werkgever deze op werknemers verhaalt), dan ontstaat een loonaanspraak bij de werknemer.
- Als de werkgever slechts als intermediair fungeert (werknemer is verzekeringnemer, betaalt premie; werkgever administreert en geeft een premiebijdrage), dan ontstaat geen loonaanspraak: de werknemer heeft een eigen voorziening.
- Als de werkgever vooruitbetaling doet en in de rechten van de verzekeraar treedt (subrogatie), en problemen met uitvoering zich tussen werkgever en verzekeraar afspelen, ontstaat wél een loonaanspraak omdat de werkgever meer is dan kassier.

Toegepast op de casus: de werkgever kent geen juridisch afdwingbaar recht op toekomstige uitkeringen toe; de werknemer is verzekeringnemer en premiebetaler. Dat het afsluiten via de werkgever mogelijk is en dat de werkgever deels premie vergoedt verandert dit niet. De bijdrage van de werkgever aan de premie geldt daarom als loon (artikel 10 Wet LB 1964). De werkgever kan deze vergoeding aanwijzen als eindheffingsbestanddeel (artikel 31 Wet LB 1964) mits aan de gebruikelijkheidseis wordt voldaan.

Kort: geen vrijstelling; vaak sprake van belast loon bij (gedeeltelijke) premievergoeding door de werkgever, tenzij de praktische uitwerking een echte werkgevers‑rechtenspositie oplevert.