Loonheffing alleen te verrekenen als die daadwerkelijk is ingehouden

vrijdag, 15 augustus 2025 (09:22) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

Een gepensioneerde man (geboren 1943) vocht bij Hof ’s‑Hertogenbosch aan tegen de definitieve IB/PVV‑aanslagen over 2018 en 2019. Hij ontving AOW van de SVB (waarover volgens de SVB geen loonheffing is ingehouden) en pensioenen van PFZW. Van PFZW ontving de Belastingdienst informatie dat over 2018 en 2019 respectievelijk € 4.863 en € 4.748 aan loonheffing was ingehouden. In zijn aangiften had de man naast die bedragen ook nog extra bedragen opgegeven die hij als ingehouden loonheffing wilde laten meetellen. De inspecteur corrigeerde bij de aanslagen die aanvullende bedragen weg (vermindering van € 1.150 in 2018 en € 650 in 2019).

Het geschil draaide om drie hoofdvragen: of de aanslagen te hoog waren gesteld doordat de inspecteur niet méér loonheffing verrekende; of de inspecteur verplicht was een onderzoek in te stellen bij PFZW als inhoudingsplichtige; en of de inspecteur tijdens de bezwaarprocedure onrechtmatig had gehandeld (onder meer door wél een hoorverslag op te maken ondanks verzoek daartoe).

Het hof bevestigde het oordeel van de rechtbank Zeeland‑West‑Brabant dat bij de verrekening in de IB‑aanslag alleen daadwerkelijk ingehouden loonheffing meegerekend kan worden. Een bedrag dat volgens de belastingplichtige eigenlijk had moeten worden ingehouden maar niet daadwerkelijk door de inhoudingsplichtige is ingehouden, kan niet als ingehouden loonheffing worden aangemerkt in de aanslag. Daarom hoefde PFZW’s ingehouden bedragen niet naar boven te worden bijgesteld in de aanslag over 2018/2019.

Een bevel aan de inspecteur om bij PFZW een onderzoek te starten kon het hof evenmin uitvoeren; de rechter is volgens het hof niet bevoegd om een dergelijk onderzoek op te dragen. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagde niet omdat de man niet concreet heeft gemaakt waarin een ongelijke behandeling zou bestaan en welke fiscale gevolgen dat zou hebben.

Wat betreft het hoorverslag stelde de inspecteur dat hij verplicht was een verslag te maken en toe te zenden, ondanks het verzoek van de man dat dit niet te doen. De rechtbank en het hof zien daarin geen onrechtmatig handelen of schending van algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Ook andere verwijten van onrechtmatig handelen waren onvoldoende onderbouwd, zodat er geen grond is voor schadevergoeding.

De inspecteur wees tijdens zitting op jarenlang procederen van de man over dezelfde punten en stelde dat sprake kan zijn van misbruik van procesrecht; het hof vond dat herhaald procederen op zich toegestaan is, maar dat de man zijn nieuwe procedures deugdelijk moet motiveren. In dit geval achtte het hof twee eerdere procedures en de tussenliggende tijd nog geen grens bereikt van misbruik.

Uitslag: het hoger beroep werd ongegrond verklaard. ECLI:NL:GHSHE:2025:1542 (4 juni 2025). Kort gezegd: bij aanslagen mag de Belastingdienst slechts rekenen met werkelijk ingehouden loonheffing; niet met belasting die wellicht had moeten zijn ingehouden maar feitelijk niet is afgedragen — eventuele klachten daarover moeten tegen de inhoudingsplichtige zelf worden gericht.