Maatregelen loonheffingen in Belastingplan 2026
In dit artikel:
16 september 2025 publiceerde het kabinet het Belastingplan 2026 met meerdere voorstellen die gevolgen hebben voor de loonheffingen in Nederland. De vijf belangrijkste punten betreffen de fiets van de zaak, regelingen voor vervroegde uittreding (RVU), personenauto’s van de zaak, vergoedingen voor inkomende werknemers en aanpassingen rond ‘invaren’ van bepaalde pensioenen.
- Fiets van de zaak: het kabinet wil duidelijk maken dat deel- en hubfietsen (zoals ov-fietsen, dienstfietsen en hubfietsen die niet hoofdzakelijk bij iemands woonadres staan) geen bijtelling opleveren. Deze verduidelijking moet onzekerheid wegnemen en werkt terug tot 1 januari 2020.
- RVU-regelingen: de drempelvrijstelling voor vervroegd uittreden blijft behouden. Om de regel toegankelijker te maken voor werknemers met lage inkomens of beperkte aanvullende pensioenen stelt het kabinet voor de vrijstellingsdrempel met €300 per maand te verhogen. Daarnaast stijgt de pseudo-eindheffing voor RVU-betalingen boven die drempel stapsgewijs naar 57,7% in 2026, 64% in 2027 en 65% in 2028 (maximaal 65% vanaf 2028).
- Personenauto’s van de zaak: het doel is dat nieuwe bedrijfsauto’s die vanaf 2027 voor het eerst aan werknemers worden toegekend volledig emissievrij zijn. Voor fossiele auto’s die privé ter beschikking staan introduceert het kabinet vanaf 1 januari 2027 een pseudo-eindheffing van 12% over de waarde; deze heffing mag de werkgever niet doorberekenen aan de werknemer. Voor reeds bestaande auto’s geldt een overgangstermijn tot 17 september 2030.
- Extraterritoriale kosten voor inkomende werknemers: het kabinet wil bepaalde vergoedingen voor werknemers die tijdelijk in Nederland werken (de extraterritoriale kosten) niet langer onbelast laten vergoeden. Die maatregel geldt alleen voor inkomende werknemers en niet voor uitgezonden werknemers, met als doel meer gelijkschakeling tussen inkomende en andere werknemers op fiscaal gebied.
- Invaren van pensioenen: bij de inpassing (invaren) in het Nederlandse stelsel zijn knelpunten geconstateerd bij ingegane overbruggingspensioenen, prepensioenen en wezenpensioenen. Het kabinet stelt aanpassingen voor zodat deze ingegane pensioenen ook na invaren fiscaal worden gerespecteerd en om het overgangsrecht voor ingegane nabestaandenoverbruggingspensioenen te wijzigen.
De Tweede Kamer behandelt het Belastingplan na het verkiezingsreces (tot en met 29 oktober); de Eerste Kamer spreekt erover in december. De voorstellen zijn pas definitief zodra beide Kamers hebben ingestemd.