Meer koopkracht in 2026, hogere vergoeding kinderopvang voor werkende ouders

In dit artikel:

Het kabinet verwacht dat huishoudens in 2026 gemiddeld meer te besteden hebben door loonstijgingen, belastingverlagingen en hogere toeslagen, schrijven minister Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Nobel. Volgens het CPB daalt de armoede licht: het aandeel mensen en kinderen in armoede gaat van 2,9% naar 2,6%. Een doorsnee huishouden gaat er in koopkracht 1,3% op vooruit; de raming houdt al rekening met verwachte inflatie en de verbetering geldt redelijk gelijk voor verschillende groepen.

Belangrijke maatregelen zijn een verlaging van de belasting in de eerste schijf en een hogere arbeidskorting, meer huurtoeslag en een kleinere zelfstandigenaftrek. De kinderopvangtoeslag wordt uitgebreid: werkende ouders tot €56.000 ontvangen 96% van de maximale uurprijs (die met 4,84% stijgt); het ministerie trekt hiervoor €199 miljoen uit.

Het kabinet reserveert extra geld voor het UWV: onder andere €213 miljoen voor nabetalingen, €278 miljoen omdat voorschotten niet worden teruggevorderd bij lange wachttijden, €197 miljoen voor extra uitkeringen door versnelde beoordelingen van 60-plussers en €36 miljoen voor sociaal-medische centra. Werknemers met een arbeidsbeperking bij sociaal ontwikkelbedrijven krijgen met €111 miljoen compensatie voor dit jaar en 2026–2028 (ongeveer €37 bruto p/m in 2025; exacte bedragen volgen).

Voor lage-inkomenshuishoudens met hoge energiekosten komt er een meerjarig publiek energiefonds met een rijksbijdrage van €60 miljoen en aanvullend Europees geld; vanaf volgende winter moet ondersteuning mogelijk zijn. In Caribisch Nederland krijgen minima een jaarlijkse energietoeslag van $1.300. Tot slot is de geplande verkorting van de WW naar 18 maanden uitgesteld van 1-1-2027 naar 1-1-2028.