Meewerkende kinderen in de loonaangifte: hoe zit het precies?
In dit artikel:
Wanneer een kind meewerkt in de onderneming van zijn ouders kan dat fiscaal gezien een echte of een fictieve dienstbetrekking zijn. Een echte dienstbetrekking geldt wanneer het kind onder vergelijkbare arbeidsvoorwaarden werkt als andere werknemers (loon, arbeid, werkgeversgezag); dan gelden de normale loonheffingsregels en is het kind verzekerd voor werknemersverzekeringen. Van een fictieve dienstbetrekking is sprake als het kind minstens 15 jaar is en de familierelatie duidelijk overheerst, waardoor geen werkgeversgezag geldt. De fictieve dienstbetrekking geldt niet wanneer het kind winst uit de onderneming geniet.
Voor meewerkende kinderen met een fictieve dienstbetrekking bestaat onder voorwaarden een vereenvoudigde regeling voor de inhouding van loonheffing en Zvw. Kernpunten van die regeling:
- Eénmaal per jaar berekenen en afdragen: de inhouding vindt plaats op het fictieve tijdstip van de eerste werkdag van het volgende kalenderjaar; voor die berekening telt de situatie op die datum (bijv. leeftijd), maar gebruik je de tarieven van het voorgaande jaar.
- Loon toedelen in vier gelijke delen en steeds de kwartaaltabel gebruiken (bij wijziging per 1 juli twee kwartalen met oude en twee met nieuwe tabellen). Als het kind niet heel het jaar werkte, worden alleen de relevante kwartalen meegenomen.
- Als er geen loonbelasting/volksverzekeringen wordt ingehouden, geldt de niet-ingehouden heffing als een voordeel dat bij het loon moet worden opgeteld.
Voorwaarden en formaliteiten:
- Je moet altijd de loonheffingskorting toepassen; als het kind die korting al ergens anders laat toepassen (bijvoorbeeld bij een andere baan of uitkering) mag de vereenvoudigde regeling niet worden gebruikt.
- Toestemming van de Belastingdienst is verplicht via het formulier “Melding Loonheffingen Werkgever van meewerkende kinderen”. Zonder toestemming of bij niet-naleving gelden de normale administratieve verplichtingen.
Waardering verstrekkingen (inwoning, maaltijden, kleding):
- Deze verstrekkingen worden bij het loon geteld op basis van factuurwaarde of economische waarde; er bestaan vaste normbedragen die gebruikt mogen worden.
- Als toepassing van normbedragen leidt tot een loon dat ten minste 30% lager is dan het gebruikelijke loon, moet het loon worden vastgesteld op 70% van het gebruikelijke loon.
- Eigen bijdragen van het kind (kostgeld, kledinggeld) mogen in mindering op de waardering, niet lager dan € 0.
- Zakgeld wordt alleen meegenomen voor zover het hoger is dan wat het kind zou ontvangen zonder mee te werken.
Illustratief voorbeeld: bij een vastgesteld basisloon van €900 en 30 maaltijden (normbedrag totaal €118,50) zou het berekende loon te laag uitkomen ten opzichte van een gebruikelijk loon van €1.700; daarom wordt het loon vastgesteld op 70% van dat gebruikelijke loon (€1.190).
De regeling is bedoeld om de administratieve lasten voor kleine familiebedrijven te verminderen, maar vergt strikte naleving van de voorwaarden en voorafgaande meldingsplicht bij de Belastingdienst.