MKB-verzuim-ontzorg-verzekering speelt steeds grotere rol voor werkgevers
In dit artikel:
Ongeveer zes op de tien werkgevers in Nederland hebben een verzuimverzekering; bij kleine werkgevers (2–50 medewerkers) ligt dat percentage rond de 70. Vooral kleinere ondernemingen kiezen vaker voor een MKB-verzuim‑ontzorgverzekering of een verzuimpolis met begeleiding: die dekt niet alleen de financiële last van ziekte, maar vermindert administratieve taken en levert ondersteuning bij re-integratie en verzuimbegeleiding.
Minister Paul van SZW reageert op een door SEO Economisch Onderzoek uitgevoerd onderzoek naar de verzekeringsgraad en het aandeel MKB‑ontzorgproducten. Het onderzoek, dat was toegezegd aan de Tweede Kamer en inmiddels is afgerond, bevestigt dat de meeste kleine en middelgrote werkgevers verzekerd zijn en over het algemeen tevreden zijn over de dekking. Ook blijkt het MKB‑ontzorgproduct aan marktaandeel te winnen en daarmee in een duidelijke behoefte van werkgevers te voorzien.
De achtergrond: werkgevers moeten bij langdurige ziekte tot 104 weken minimaal 70% van het loon doorbetalen en samen met de werknemer werken aan terugkeer naar passend werk. Die verplichtingen en de huidige krappe arbeidsmarkt maken de steun van verzekeraars en begeleidingsdiensten belangrijk voor veel bedrijven.
Een opvallende uitkomst uit het onderzoek is dat een kleine groep werkgevers bewust niet wil verzekeren, zelfs niet bij gunstige premie‑ en dekkingsvoorwaarden. De minister stelt dat dit kan berusten op een bewuste keuze — bijvoorbeeld omdat werkgevers het risico zelf kunnen dragen of intern kunnen opvangen.
SEO formuleert ook aanbevelingen voor verzekeraars: onder andere om te onderzoeken of preventieve maatregelen breder kunnen worden meeverzekerd en de communicatie over wat verzuimverzekeringen precies dekken te verbeteren.
Minister Van SZW benadrukt dat verzekeringen nuttig zijn maar niet de enige oplossing. Naast de bestaande financiële steun voor kleine werkgevers (vanaf 2021 via een gedifferentieerde Aof‑premie, circa €450 mln per jaar) werkt het ministerie aan aanvullende maatregelen. Zo komt er een wetsvoorstel om vanaf 2028 het advies van de bedrijfsarts leidend te maken bij de UWV‑toets op het re-integratieverslag (RIV‑toets), waardoor het risico op een loonsanctie met maximaal 52 weken afneemt. Daarnaast bevat het arbeidsmarktpakket een wetsvoorstel om MKB‑werkgevers eerder duidelijkheid te geven over re-integratie en vervanging van langdurig zieken; beide wetsvoorstellen moeten in de eerste helft van 2026 naar de Tweede Kamer.