Nog geen arbeidscontract voor emigratie naar Nederland - expatregeling niet van toepassing
In dit artikel:
De rechtbank heeft geoordeeld dat niet aannemelijk is gemaakt dat de werknemer al een arbeidsovereenkomst had voordat zij uit Turkije naar Nederland kwam; daarom kan de 30%-regeling niet worden toegekend.
Wat speelde: een vrouw en haar kinderen emigreerden op 2 augustus 2022 uit Turkije; zij stond vanaf 11 augustus 2022 in de Basisregistratie Personen ingeschreven op een Nederlands adres. Op 26 augustus 2022 tekende zij een schriftelijke arbeidsovereenkomst met een Nederlandse werkgever en zij begon op 29 augustus 2022 met werken. De werkgever vroeg op 30 september 2022 toepassing van de 30%-regeling aan. De Belastingdienst/inspecteur vroeg om bewijs van de datum waarop de arbeidsovereenkomst tot stand kwam; daarop werd aanvankelijk niet (tijdig) gereageerd en de aanvraag werd op 6 februari 2023 afgewezen. De werkneemster verliet de werkgever op 28 april 2023.
Vervolghandelingen: de werkgever diende later een verzoek tot heroverweging in (juni 2023), dat werd behandeld als een nieuwe aanvraag en op 22 september 2023 opnieuw afgewezen. De werkneemster maakte bezwaar; de inspecteur vroeg om bewijs dat de overeenkomst vóór haar komst naar Nederland was gesloten. Als bijlage werden tekstberichten overlegd uit eind juli 2022, maar die berichten tonen alleen dat de werkgever om een geüpdatet cv vroeg en dat de vrouw de cv per e-mail stuurde — geen aanwijzing voor een eerder al gesloten (mondelinge) arbeidsovereenkomst. De rechtbank wees ook op het feit dat de echtgenoot al in Nederland woonde, zodat het vertrek naar Nederland niet per se alleen door een baan zou zijn ingegeven.
Juridische kern: de 30%-regeling is bedoeld voor ingekomen werknemers die speciaal uit het buitenland zijn geworven; beslissend is het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst tot stand kwam. Omdat de werkneemster de bewijslast niet voldoende heeft gedragen en bovendien bij het moment van de tweede aanvraag al niet meer in dienst was, oordeelde de rechtbank dat de inspecteur terecht de verzoeken en bezwaren heeft afgewezen.