Ontbinding contract op g-grond - berekening transitievergoeding en verlofsaldo
In dit artikel:
De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer ontbonden wegens een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding die al bestond vóór de ziekmelding van de werknemer op 8 september 2023. De werkgever had meerdere pogingen gedaan tot herstel (conflictbemiddeling, mediation, de-escalatie en psychologische interventie) maar zonder resultaat. Volgens de rechter staat de verstoorde relatie los van de arbeidsongeschiktheid en vormt zij op zichzelf een voldoende ontslaggrond; het opzegverbod tijdens ziekte blokkeert de ontbinding daarom niet.
Einde dienstverband en transitievergoeding
- De arbeidsovereenkomst eindigt met terugwerkende werking op 7 mei 2025 (de vermoedelijke datum bij reguliere opzegging, verminderd met de duur van de procedure).
- Partijen waren het eens over recht op transitievergoeding, maar waren verdeeld over de berekeningswijze. De werknemer baseerde zijn berekening op het bij indiensttreding geldende personeelsreglement (versie 3.8), waarin bij de eindejaarsuitkering en vakantietoeslag sprake is van een zogeheten dubbeltelling. De werkgever wilde toepassing geven aan het personeelsreglement 2024, waarin die dubbeltelling is vervallen en waarmee volgens hem de vergoeding lager uitvalt.
- De kantonrechter oordeelde dat in de arbeidsovereenkomst is verwezen naar versie 3.8 en dat de werkgever niet voldoende heeft aangetoond dat de wijziging rechtsgeldig en door de werknemer gedragen is (publicatie en instemming van de ondernemingsraad volstaan daarvoor niet). Daarom volgde de rechter de berekening van de werknemer, maar aangepast aan de vastgestelde einddatum 7 mei 2025. De transitievergoeding bedraagt € 15.536,89 bruto en moet door de werkgever worden betaald.
Herplaatsing en billijke vergoeding
- De werknemer stelde dat de werkgever zijn herplaatsingsplicht niet had nageleefd. De werkgever heeft toegelicht dat de financiële afdeling klein is (vijf personen) en dat terugkeer daar vanwege de verstoorde verhoudingen niet verantwoord is; ook zijn geen passende functies elders voorhanden gezien opleiding en ervaring. De rechter achtte herplaatsing niet in de rede liggen.
- Een verzoek om toekenning van een billijke vergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever (gevraagd: € 179.473,50 of alternatieve € 62.146,21) werd afgewezen. De rechter vond geen aanwijzingen dat de werkgever bewust had aangestuurd op een verstoring van de arbeidsrelatie.
Loonvorderingen, verlof en vergoedingen tijdens ziekte
- De werknemer eiste nabetaling van uren die hij in januari–maart 2025 zou hebben gewerkt tegen 100% loon inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering. Dat verzoek werd afgewezen: deze periode valt in het tweede ziektejaar en volgens het personeelsreglement wordt dan 70% doorbetaald; de werkgever had de werknemer hierover per brief van 6 augustus 2024 geïnformeerd. Bovendien betroffen de uren met name re-integratieactiviteiten als werkzoeken, niet productief voor de werkgever.
- De werkgever had drie collectieve verplichte vakantiedagen vastgesteld en deze in mindering gebracht op het verlofsaldo. De werknemer betwistte dat verplichte dagen bij ziekte zonder zijn instemming mogen worden afgeboekt. De rechter ging daarin mee: een ziek werknemer kan niet verplicht worden vakantie op te nemen; verlofdagen mogen alleen worden afgeboekt met toestemming. Daarom moeten de geboekte verlofuren voor 10 mei 2024 en 27 december 2024 worden teruggeboekt. Tevens werd het verzoek van de werknemer om correctie van het vakantiesaldo voor 10 mei 2024, 27 december 2024 en 7 mei 2025 toegewezen. Voor 30 mei 2025 kan geen korting plaatsvinden omdat de werknemer dan al uit dienst is.
- Verzoeken tot betaling van een thuiswerkvergoeding (€2,35 per thuiswerkdag) en een internetvergoeding werden afgewezen: de rechter achtte vast dat de werknemer tijdens ziekte niet werkte (en dat internetvergoeding conform personeelsreglement na zes weken ziekte kan worden stopgezet).
Gevolg
- Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verstoorde arbeidsverhouding; einddatum 7 mei 2025.
- Werkgever moet € 15.536,89 bruto transitievergoeding betalen.
- Geen toekenning van billijke vergoeding of nabetaling van 100%-loon; enkele onterecht afgeboekte verlofdagen moeten worden teruggeboekt; geen recht op thuiswerk- en internetvergoeding.
Kort gezegd: de kantonrechter accepteerde dat de arbeidsrelatie onherstelbaar verstoord was en ontbond de arbeidsovereenkomst, wees diverse aanvullende loonvorderingen af, corrigeerde onrechtmatig afgeboekt verlof en gaf de werknemer recht op een transitievergoeding volgens de arbeidsvoorwaarden die bij indiensttreding golden.