Ontslag op staande voet tijdens ziekte niet rechtsgeldig, billijke vergoeding van jaarsalaris
In dit artikel:
Een kantonrechter heeft het ontslag op staande voet van een clubmanager bij een sportschool ongeldig verklaard en een billijke vergoeding van €38.880 bruto toegekend (een jaarsalaris). De werknemer was op 12 mei 2025 ziekgemeld met burn-outklachten en nog niet door een bedrijfsarts onderzocht toen de werkgever hem op 3 juli 2025 per brief ontsloeg wegens vermeende verduistering en ernstig disfunctioneren.
De rechter oordeelde dat de werkgever niet aan de vereiste onverwijldheid had voldaan: al eind maart/begin april 2025 waren er interne signalen over discrepanties, een analyse vond plaats op 12 april, maar het onderzoek werd pas begin juni opgestart en duurde anderhalve maand. Na afronding van het interne onderzoek en juridisch advies wachtte de werkgever nog zes dagen voordat hij de werknemer ontsloeg. Die traagheid maakt dat het ontbreken van een dringende reden niet eens meer hoefde te worden getoetst.
Verder verwierp de rechter de stelling van de werkgever dat eerst medische informatie van de werknemer zelf verlangd mocht worden: alleen de bedrijfsarts mag medische gegevens beoordelen. De werkgever had bovendien naar het oordeel van de rechter geen re-integratieverplichtingen nageleefd en maakte ononderbouwde verwijten tijdens de ziekmelding, wat het herstel belemerde. Ook wekten e-mails aan de casemanager met niet-kloppende datums de indruk dat de werkgever ten onrechte heeft gesuggereerd dat een arbodienst was ingeschakeld, waarmee hij zijn waarheidsplicht heeft geschonden.
De billijke vergoeding is gebaseerd op inkomensschade: de rechter acht het aannemelijk dat de werknemer, na herstel van zijn burn-out (geschat op zes maanden tot een jaar), nog circa een jaar in dienst zou zijn gebleven. Omdat de werkgever geen bewijs leverde van functieverwijtbaar disfunctioneren, werd een jaarsalaris van €38.880 bruto toegekend. Kortom: het ontslag faalde wegens procedurele gebreken, het niet naleven van re-integratieverplichtingen en onbetrouwbaar handelen van de werkgever.