Ontslag op staande voet vanwege fraude met overuren niet terecht
In dit artikel:
Sinds 2004 werkte een vrouw als financieel medewerker bij haar werkgever. Op 13 mei 2025 werd zij op staande voet ontslagen omdat de werkgever beweerde dat zij zonder toestemming ruim €30.000 aan overuren aan zichzelf had uitbetaald. De rechter oordeelt dat dit ontslag onterecht is.
De kantonrechter constateert dat overwerkuitbetalingen al jarenlang binnen het bedrijf voorkwamen en dat er geen heldere regel was dat overwerk vooraf moest worden aangevraagd. De werknemer verzorgde naast de financiële administratie ook salaris- en HR‑werkzaamheden en voerde daarmee ook haar eigen uitbetalingen door. Dat alleen maakt geen fraude aannemelijk, temeer omdat de accountant de loonbetalingen — die de werkgever zegt al vanaf 2017 te hebben plaatsgevonden — heeft gecontroleerd zonder hierover te rapporteren. De werkgever heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zij niet had overgewerkt of zich schuldig had gemaakt aan ongeoorloofde uitbetalingen.
De rechter vernietigt het ontslag op staande voet: de vrouw blijft formeel in dienst en heeft recht op doorbetaling van loon inclusief wettelijke rente. Daarnaast heeft de werknemer gevraagd het arbeidscontract te laten ontbinden; dat verzoek wordt toegewezen omdat de werkrelatie door het handelen van de werkgever volledig is verstoord. De rechter vindt dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld: jarenlang te veel werk opgedragen, geen passende maatregelen genomen bij ziekte, adviezen van de bedrijfsarts genegeerd en zelfs druk uitgeoefend tijdens haar ziekte (ze meldde zich in maart 2024 ziek met spanningsklachten). De rechter kent haar meerdere vergoedingen toe (bedragen niet in het gepresenteerde fragment opgenomen).