Overtreding Wwft: ongebruikelijke transactie moeten melden, boete terecht
In dit artikel:
Een bv die voor een klantengroep onder meer de loonadministratie verzorgde, heeft volgens toezichthouder BFT en de rechter de meldplicht uit de Wwft geschonden door geen melding te doen van een ongebruikelijke transactie bij FIU-NL. Het geschil draait om gegevens uit een arrest dat de bv op 14 juli 2017 besprak: daarin bleek dat tussen februari 2016 en maart 2017 in totaal €4.839.802,77 contant was gestort bij de bank, waaronder €735.000 in hoge coupures (1210 x €500 en 650 x €200). In combinatie met de bekende hoge contante omzet van de klantengroep (circa 80%) en eerdere kennis van een politie-inval achtte het BFT dit samenstel van feiten op grond van de subjectieve indicatoren in de specifieke Wwft-leidraad als een ongebruikelijke transactie die onverwijld gemeld had moeten worden.
Op 22 februari 2022 legde het BFT de bv daarom een boete van €33.900 op omdat de melding niet op of na 14 juli 2017 was gedaan. De bv voerde aan dat haar opdracht beperkt was tot het samenstellen van jaarrekeningen, begeleiding van fiscale aangiften en loonadministratie, en dat zij tijdens haar werkzaamheden geen zicht had op de exacte coupures en stortingsspecificaties bij de bank. Volgens het BFT en de rechter overtuigen die bezwaren niet: de bv had kennisgenomen van het samenstel van handelingen en had op grond daarvan moeten melden.
Het College en de rechtbank oordeelden dat de overtreding aan de bv te wijten is en dat de opgelegde boete passend is. BFT had het boetebedrag conform beleid berekend op 1% van de omzet (laagste categorie) en het basisbedrag al met meer dan 50% verlaagd wegens getroffen maatregelen van de bv; verdere vermindering is niet gerechtvaardigd bevonden. De uitspraak bevestigt dat dienstverleners binnen de reikwijdte van de Wwft scherp moeten omgaan met signalen van ongebruikelijke contante transacties en tijdig melding moeten doen bij FIU-NL.