Pakket Belastingplan 2026 - relevante aangenomen amendementen

dinsdag, 2 december 2025 (15:36) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

Minister Heinen (Financiën) heeft een brief gestuurd over de negen amendementen die de Tweede Kamer op 27 november 2025 aannam bij het Belastingplan 2026. De minister beschrijft daarin de uitvoerbaarheid en de (budgettaire) gevolgen van de belangrijkste aanpassingen die relevante gevolgen hebben voor werkgevers, salarisprofessionals en belastingdienstprocessen.

Accijnzen op brandstoffen
Het Grinwis-amendement leidt ertoe dat de voorgenomen verlaging van accijnzen op benzine, diesel en LPG in 2026 kleiner is dan in het oorspronkelijke plan. In plaats van een daling ten opzichte van het basispad van 21,3 cent voor benzine, 13,8 cent voor diesel en 5 cent voor LPG, wordt de verlaging beperkt tot respectievelijk 15,7 cent, 10,2 cent en 3,7 cent per liter. De toelichting zegt dat CBAM-inkomsten (verwacht 448 miljoen euro in 2026–2027) niet worden gebruikt voor de accijnskorting maar voor het voorkómen van bezuinigingen op het openbaar vervoer; daarvoor is een apart amendement ingediend. Deze wijziging kan door de Belastingdienst per 1 januari 2026 worden uitgevoerd.

WBSO: eenmalige indexatie van schijfgrens
De schijfgrens van de WBSO (waarover het hogere aftrekpercentage geldt) wordt per 1 januari 2026 eenmalig geïndexeerd van €380.000 naar €391.020. Daardoor kunnen bedrijven, met name mkb’s en start-ups, over een groter deel van hun speur- en ontwikkelingskosten het verhoogde tarief toepassen. De maatregel kost naar schatting structureel circa €5 miljoen. Tegelijk vroeg de Kamer de regering om te onderzoeken of structurele indexatie mogelijk is. De wijziging geldt voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2026.

Bijtelling elektrische auto’s en youngtimerregeling
Een amendement verlengt en bouwt geleidelijk de korting op de bijtelling voor emissievrije zakelijke auto’s af: de korting blijft in 2026 en 2027 bestaan en wordt stapsgewijs uitgefaseerd tot 2028. De korting is gemaximeerd (de zogenaamde cap) en bereikt zijn maximale effect tot een cataloguswaarde van €30.000; boven die grens geldt de standaardbijtelling van 22%. Er geldt een eerbiedigende werking: wanneer een emissievrije auto in 2026 of 2027 voor het eerst wordt toegelaten en recht geeft op korting, blijft dat recht 60 maanden behouden vanaf de eerste dag van de maand na eerste toelating.

Tegelijkertijd wordt de leeftijdsgrens voor de youngtimerregeling omhooggeschroefd: van 15 naar 16 jaar per 2026 en vervolgens naar 25 jaar per 2027. Voor voertuigen onder die grens geldt weer de reguliere bijtelling, eventueel verminderd met de genoemde kortingen. Voor de Belastingdienst is uitvoering mogelijk per 1 januari 2026, mits rekening wordt gehouden met de parameterwaarden die op 14 november 2025 bekend waren bij het berekenen van massaal opgelegde voorlopige aanslagen; afwijkingen worden in de definitieve aanslag verrekend.

Uitstel multiplier lucratief belang en dekking
De invoering van een voorgestelde multiplier in de lucratiefbelangregeling wordt met twee jaar uitgesteld: van 1 januari 2026 naar 1 januari 2028. Deze multiplier had de grondslag voor inkomen uit middellijk gehouden lucratieve belangen verbreed en daardoor de belastingdruk tot maximaal 36% kunnen verhogen. Het uitstel wordt gedekt door een lichte verhoging van de Aof-premietarieven voor 2026 en 2027 (het hoge tarief +0,02 procentpunt, het lage tarief +0,01). Door het uitstel ontstaat een jaarlijkse derving van circa €45 miljoen in 2026 en 2027; de Belastingdienst kan de maatregel vanaf 2028 uitvoeren.

Algemene praktische opmerkingen
De brief geeft per amendement aan vanaf wanneer de maatregelen uitvoerbaar zijn en hoe eventuele verschillen worden verwerkt in de definitieve aanslagregelingen. De aanpassingen hebben uiteenlopende doelstellingen: beschermen van het openbaar vervoerbudget, stimulering van innovatie voor mkb/startups, behoud van incentives voor emissievrije auto’s en het spreiden van grotere belastingwijzigingen in de tijd.