Personeelslening met rentevoordeel: hoe zit het precies?

In dit artikel:

Wanneer een werkgever een lening verstrekt aan een werknemer kan dat leiden tot een belastbaar rentevoordeel: als de rente die de werknemer aan de werkgever betaalt lager is dan een marktconforme rente, is het verschil loon in natura. Uitzondering: het rentevoordeel voor de aanschaf van een (elektrische) fiets of een elektrische scooter is niet belast.

Berekening: bepaal de marktconforme rente over het uitstaande bedrag en trek daarvan de door de werknemer betaalde rente af; de resterende waarde is het rentevoordeel. Bij een personeelslening voor de eigen woning tellen ook door de werkgever betaalde leningskosten mee als deze niet door de werknemer worden gedragen; die kosten vormen samen met het rentevoordeel belast loon.

Aftrek en eindheffing: als de werknemer de rente en kosten bij de inkomstenbelasting voor de eigen woning kan aftrekken, mag de werkgever het rentevoordeel en de kosten niet aanwijzen als eindheffingsloon; ze moeten dan als belast loon worden behandeld zodat de werknemer die – onder de regels van de eigenwoningregeling – kan aftrekken in zijn aangifte. Als de rente en kosten niet aftrekbaar zijn voor de werknemer, kan de werkgever het voordeel mogelijk wel als eindheffingsloon aanwijzen.

Specifieke gevallen en zakelijkheid: bij een koopsomlening (lening om aandelen van het bedrijf of een gelieerde vennootschap te kopen) moet de werkgever controleren of de leningsvoorwaarden zakelijk zijn en overeenkomen met wat niet-gelieerde derden zouden afspreken, waaronder een marktconforme rente. Als er geen directe marktvergelijking mogelijk is, kunnen de richtlijnen uit het standpunt van de Belastingdienst (KG:204:2025:2) worden gebruikt.

Aangifteplicht en timing: wanneer het rentevoordeel aangegeven moet worden volgt uit de aflossingsafspraken. Bij maandelijkse aflossing geef je het voordeel maandelijks op; bij tussentijdse aflossing geef je het voordeel over dat tijdvak aan. Voor hypotheekachtige personeelsleningen mag je per aangiftetijdvak een zo goed mogelijke schatting opgeven en in het laatste tijdvak het werkelijke bedrag verrekenen.

Werkkostenregeling: als aan de gebruikelijkheidseis is voldaan, kan het voordeel via de vrije ruimte van de werkkostenregeling als eindheffingsloon worden aangewezen.

Bron: Handboek Loonheffingen (paragraaf 4.17) en Belastingdienst-standpunt KG:204:2025:2.