Recht op uitbetaling vakantiedagen, feestdagen en taakuren - geen all-in loon

woensdag, 29 oktober 2025 (08:36) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

Een tennislerares eiste met terugwerkende kracht uitbetaling van (leeftijdsgebonden) vakantiedagen, niet-betaalde feestdagen en vergoeding voor taakuren over de periode 2009 tot en met 30 september 2024. De arbeidsovereenkomst liep via Sportkader; in de praktijk werkte zij onder leiding van een lokale tennisvereniging. De kantonrechter kwalificeerde die constructie als een payrollovereenkomst en oordeelde dat zowel Sportkader (formeel werkgever) als de tennisvereniging (opdrachtgever) hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het verschuldigde loon.

Belangrijke procespunten en juridische beoordeling
- Geen all-in-afspraak: uit de arbeidsovereenkomst, cao-bepalingen en loonstroken volgt niet dat het uurloon een vergoeding voor vakantiedagen, feestdagen of taakuren bevatte. In de overeenkomst was een bruto maandsalaris genoemd en verwijzingen naar wettelijk/CAO-recht op extra vakantiedagen afhankelijk van leeftijd.
- Rechtsverwerking: Sportkader voerde aan dat de werkneemster jaren niets had gezegd en dus haar rechten had verwerkt. Dat verweer faalde: stilzitten of tijdsverloop was onvoldoende en er bleven al jarenlang discussies over looncomponenten, wat weerspreekt dat zij ondubbelzinnig afstand had gedaan.
- Verjaring en stuiting: de tennisvereniging en Sportkader betoogden dat wettelijke vakantiedagen waren vervallen onder de korte vervaltermijn. De rechter vond echter dat het ging om uitbetaling van genoten vakantiedagen (een loonvordering) waarvoor de normale verjaringstermijn geldt. Meerdere e-mails van de werkneemster waren geen heldere stuitingshandelingen, maar de e-mail van 28 augustus 2023 door haar gemachtigde wél: daarin hield zij expliciet haar recht op betaling vanaf de indiensttreding voor. Hierdoor zijn vorderingen vóór 28 augustus 2018 verjaard; aanspraken vanaf die datum bleven ontvankelijk.

Feestdagen, vakantiedagen en taakuren — inhoudelijke vaststellingen
- Vakantiedagen: op basis van CAO en de arbeidsovereenkomst had de werkneemster recht op het aantal vakantiedagen en leeftijdsgerelateerde extra dagen. In de praktijk was er een betalingsconstructie waarbij uren over het seizoen werden gespreid (voorbeeld: wie 17 weken 18,5 uur werkte, kreeg in 26 betaalweken minder uren uitbetaald), maar dat was geen betaling van vrije dagen met behoud van loon. De rechter wees de gevorderde bedragen per jaar toe voor de aanspraken vanaf 28 augustus 2018.
- Feestdagen: hoewel op feestdagen geen lessen werden gegeven (park gesloten), had de werknemer volgens artikel 14 van de cao recht op loon over die dagen. In de praktijk werd die betaling niet altijd gedaan; de gevorderde bedragen vanaf 28 augustus 2018 zijn toegewezen.
- Taakuren: de KNLTB-richtlijn en de praktijk maken onderscheid tussen 60-minuten lesuren (waarvan 50 minuten begeleide les en 10 minuten voor overige zaken) en aparte taakuren (vergaderingen, beleidswerk, begeleiden competities e.d.). De vereniging betaalde jaarlijks van 2016–2022 telkens 10 taakuren; die structurele betaling creëerde een verwachtingsrecht. Daarom is betaling van 10 taakuren toegekend voor 2023 en 2024.

Financiële uitkomst
- Toewijzing bruto: (leeftijdsgerelateerde) vakantiedagen €9.837,07; niet-betaalde feestdagen €3.133,77; taakuren €644,10. Totaal: €13.614,94 bruto.
- Vertraagde betaling: omdat Sportkader en de vereniging niet tijdig betaalden, is een wettelijke verhoging toegewezen, maar gematigd vanwege de geschilssituatie tot 10% → €1.361,49.

Slotopmerking
De uitspraak bevestigt dat bij payrollconstructies zowel de formele payroll‑werkgever als de inlener/opdrachtgever kunnen worden aangesproken en dat langlopende praktijkafspraken (zoals jaarlijks betaalde taakuren) onder bepaalde voorwaarden een verplichting kunnen opleveren.