RVU-drempelvrijstelling blijft vanaf 2026 in stand

In dit artikel:

Het Belastingplan 2026 stelt voor de huidige tijdelijke RVU-drempelvrijstelling (voor regelingen voor vervroegde uittreding) te verlengen: de vrijstelling geldt ook vanaf 2026 voor de drie jaren voorafgaand aan de AOW-leeftijd. Deze verlenging komt voort uit het onderhandelingsakkoord ‘Gezond naar het pensioen’ (oktober 2024) tussen kabinet en sociale partners, waarbij ook afspraken over betere gerichtheid en gezamenlijke monitoring zijn gemaakt.

Om de regeling toegankelijker te maken voor werknemers met lage salarissen of weinig aanvullend pensioen, wordt de vrijstelling verhoogd met €300 bruto per maand. Tegelijk stijgt de pseudo-eindheffing voor RVU-bedragen boven die vrijstelling gefaseerd: 57,7% in 2026, 64% in 2027 en maximaal 65% vanaf 2028. De twee eerste tarieven dekken de begrotingsdaling van het instandhouden van de vrijstelling; vanaf 2028 wordt het resterende tekort (ongeveer €22 mln in 2028 en €34 mln vanaf 2029) gecompenseerd via een verhoging van de Aof‑premie.

Doel is vooral werknemers met zwaar werk die niet gezond tot AOW kunnen doorwerken te beschermen. Effectiviteit hangt af van de verdere uitwerking door sociale partners; monitoring, evaluatiebepalingen en delegatiegrondslag voor nadere regelgeving zijn in het wetsvoorstel opgenomen.