Sociaal loon telt niet mee bij compensatie transitievergoeding
In dit artikel:
Een werkgever kreeg geen gelijk van de rechtbank in een geschil met UWV over de berekening van de compensatie voor een betaalde transitievergoeding. Het conflict draaide om de vraag of een onverplichte loonaanvulling — het zogenaamde ‘sociaal loon’ — bij de berekening van het loon moest worden meegerekend, zodat de compensatie hoger uit zou vallen.
Feiten en procedure: de ex-werknemer trad in 1994 in dienst; in 2006 werd zijn arbeidsgeschiktheid herbeoordeeld en sindsdien ontving hij naast zijn WAO‑uitkering een door de werkgever uit coulance betaalde aanvulling, bedoeld om zijn loon op het niveau van een 39‑urige werkweek te houden terwijl formeel 33 uur was vastgelegd. De werknemer werd ziek op 23 mei 2022. Op 22 mei 2024 eindigden partijen het dienstverband met wederzijds goedvinden; de werkgever betaalde een transitievergoeding van bruto €60.000 (netto €55.701,78). UWV verleende op 6 augustus 2024 compensatie van €47.626,79; de werkgever maakte bezwaar en ging in beroep tegen het handhavingsbesluit van 22 oktober 2024 dat de compensatie handhaafde.
Juridische kern: geschilpunt was of het sociaal loon onder het begrip ‘loon’ valt zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid van het Besluit loonbegrip en daarmee in artikel 7:673 lid 2 BW. Dat Besluit gaat uit van het bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur, omdat alleen dat deel van het loon een directe vergoeding voor op grond van de arbeidsovereenkomst te verrichten arbeid vormt.
Beoordeling rechtbank: uit de gewijzigde arbeidsovereenkomst bleek expliciet dat de overeengekomen arbeidsduur 33 uur per week bedroeg en welke beloning daarbij hoorde. De aanvullende betaling was onverplicht uit coulance en stond los van een contractuele beloning voor arbeid; er bestond geen verplichting tot het verrichten van extra uren voor die aanvulling. De werkgever voerde aan dat in de praktijk soms meer uren werden gewerkt, maar kon dat met uurregistraties niet aantonen. De rechtbank oordeelde dat het sociaal loon dus geen onderdeel uitmaakt van het relevante loonbegrip en dat UWV de compensatie terecht zonder dat bedrag had berekend.
Conclusie: het beroep van de werkgever is ongegrond; de hoogte van de compensatie blijft zoals vastgesteld door UWV. Extra context: UWV verstrekt dergelijke compensatie aan werkgevers voor transitievergoedingen bij langdurige ziekte; de uitspraak benadrukt dat alleen contractueel overeengekomen, directe beloning voor arbeid meetelt bij die berekening.