Studiekostenbeding niet duidelijk - inhouding opleidingskosten onterecht
In dit artikel:
Een kantonrechter heeft geoordeeld dat een werkgever ten onrechte studiekosten heeft ingehouden en dit loon terug moet betalen, met rente en een matige vertragingsvergoeding. De werknemer werkte van 1 november 2024 tot 1 juli 2025 en zegde zelf zijn contract op. Bij de eindafrekening trok de werkgever €3.047 netto in als opleidingskosten, waarop de werknemer bezwaar maakte omdat er volgens hem geen duidelijke afspraak over het terugbetalen van studiekosten bestond.
In de arbeidsovereenkomst en het arbeidsreglement stonden bepalingen over studiekosten, maar nergens was een bedrag of concrete terugbetalingsregeling vermeld en er waren geen aanvullende studieovereenkomsten. De kantonrechter vond daardoor dat de regeling vooraf niet voldoende helder aan de werknemer was uitgelegd. Gezien de grote financiële gevolgen van zo’n inhouding oordeelde de rechter dat het aannemelijk is dat de werkgever in een bodemprocedure geen succes zou hebben met zijn verweer.
De werkgever erkende niet dat hij het loon te laat had betaald, maar betwistte niet dat de werknemer in een schuldhulptraject zat. De rechter nam mee dat het mislopen van een maandloon bij iemand zonder financiële buffer directe betalingsachterstanden en grotere problemen veroorzaakt. Daarom werd de werkgever veroordeeld het ingehouden loon met rente aan de werknemer uit te betalen en het netto bedrag om te rekenen naar het bijbehorende brutobedrag.
Omdat de betaling te laat was, kent de wet een wettelijke verhoging toe; hoewel die in principe de helft van het verschuldigde kan bedragen, matigde de kantonrechter dit wegens het betwistbare karakter van het geschil tot 25% (€761,75). Kortom: grotendeels succes voor de werknemer en een duidelijke reminder dat studiekostenregelingen concreet en schriftelijk moeten zijn vastgelegd.