Uitzendbureau zelf verantwoordelijk voor fout in beschikking Whk-premie

maandag, 3 november 2025 (10:22) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

Een uitzendbureau verloor een juridische strijd over een naheffing omdat het zelf de fout in een premiebeschikking had moeten herkennen. Tot 31 december 2016 was het bureau eigenrisicodrager voor de Ziektewet (ZW). Na beëindiging van dat eigenrisicodragerschap geldt voor de volgende twee kalenderjaren een verhoogd ZW-premiepercentage voor terugkerende werkgevers.

Voor 2017 verwerkte de Belastingdienst die verhoging en stelde de herziene Whk-premie vast (totaal 4,36%, ZW-component 1,97%). In de oorspronkelijke beschikking voor 2018 werd de verplichte opslag echter weggelaten: het totaal werd 2,55% met een ZW-component van 0,10%. Op 17 december 2020 corrigeerde de inspecteur deze fout via herzieningsbeschikkingen, wat leidde tot een naheffingsaanslag loonheffing van €125.374 plus €8.808 belastingrente. Het uitzendbureau ging in beroep, maar het hof verwierp het hoger beroep.

Centraal stond artikel 38, lid 8, van de Wet financiering sociale verzekeringen en het kenbaarheidsvereiste uit de Algemene wet inzake rijksbelastingen: mocht een gemiddelde belastingplichtige de onjuistheid herkennen? Het hof oordeelde van wel. Het bureau had zelf om beëindiging van het eigenrisicodragerschap verzocht en kon daardoor verwachten dat twee jaar een hogere ZW-premie zou gelden. Bovendien was het grote verschil tussen de 2017-zw-component en de lage 2018-waarde zodanig opvallend dat het bedrijf dit had moeten opmerken. De stelling dat kosten waren doorberekend aan klanten of dat zelfs de accountant de fout niet zag, overtuigde het hof niet. Het hoger beroep werd ongegrond verklaard en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd.