Verduidelijking fietsregeling in Belastingplan 2026 - antwoord op vragen over deelfiets

zondag, 19 oktober 2025 (18:05) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

Staatssecretaris Heijnen geeft in de nota bij het Belastingplan 2026 helderheid over de fiscale behandeling van (gedeelde) fietsen die zakelijk worden gebruikt. Het uitgangspunt is dat een ov-fiets, hubfiets of andere deelfiets die in het kader van de dienstbetrekking wordt ingezet in principe onbelast blijft: er geldt een bijtelling van nihil. Die vrijstelling geldt ook voor zakelijke kilometers en voor kleine privé-omwegen (bijvoorbeeld een stop bij de supermarkt na een werkafspraak).

Een uitzondering ontstaat als in de praktijk geen sprake is van een echte deelfietsregeling of wanneer een werknemer de fiets meer dan incidenteel mee naar huis neemt en deze bij het woon- of verblijfadres stalt. Het stallen kan concreet betekenen: in de tuin, fietsenstalling of rek vlak bij de voordeur, of bij een partneradres waar de werknemer regelmatig verblijft. Een fiets die via een app in een openbare hub geparkeerd wordt en niet exclusief voor de werknemer beschikbaar blijft, telt doorgaans niet als bij het woonadres stallen — tenzij de werknemer de feitelijke beschikkingsmacht behoudt en de hub zich direct bij de woning bevindt.

Werkgevers mogen ervan uitgaan dat deelfietsgebruik binnen de arbeid onbelast is; ze kunnen dit extra waarborgen met bijvoorbeeld een schriftelijk verbod op privégebruik of een sleutelbeleid, maar dat is niet noodzakelijk. Heijnen verwacht dat in de praktijk weinig discussie zal ontstaan en dat de wettelijke toets “niet meer dan bijkomstig stallen bij het woon- of verblijfadres” zelden nodig zal zijn.

Praktische gevolgen voor vergoedingen en abonnementen: als een werkgever een deelfietsabonnement volledig vergoedt, wordt de dienstfiets als ter beschikking gesteld beschouwd en geldt de bijtelling van nihil zolang de fiets niet structureel bij het woonadres wordt gestald. Als wél sprake is van regelmatig stallen thuis, betaalt de werknemer bijtelling — gemaximeerd op 7% van de waarde van de fiets. Werkgevers kunnen die bijtelling ook ten laste brengen van de vrije ruimte, waardoor vergoeding onbelast kan blijven. Vergoedt de werkgever slechts deels het abonnement, dan is er meestal geen terbeschikkingstelling; dan kan voor zakelijke gebruikskosten een gerichte vrijstelling van €0,23 per zakelijke kilometer (inclusief woon-werk) gelden.

Kortom: de maatregel biedt werkgevers en werknemers meer duidelijkheid over wanneer gedeelde fietsen fiscaal onbelast blijven en wanneer een beperkte bijtelling of andere fiscale afhandeling nodig is.