Verlofaanvraag geweigerd, toch op bedevaart, ontslag op staande voet terecht

donderdag, 4 december 2025 (08:22) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

De kantonrechter verklaarde het ontslag op staande voet van een werknemer rechtsgeldig nadat deze op 22 mei 2025 zonder toestemming wegbleef van zijn werk om met zijn moeder de Hadj in Saoedi‑Arabië te lopen. De werknemer had verlof verzocht, maar de werkgever had dit geweigerd; desondanks vertrok hij via Syrië naar Mekka. Hij had daarop vernietiging van het ontslag en herplaatsing gevorderd, maar die vorderingen werden afgewezen.

De rechter oordeelde dat er sprake was van een dringende reden: de werknemer verscheen zonder toestemming niet op zijn werk terwijl hem duidelijk was dat verlof niet was toegekend. De werkgever had snel onderzocht en de werknemer onverwijld over het ontslag geïnformeerd. De afwijzing van het verlof was volgens de rechter redelijk omdat het verzoek laat werd ingediend (na de deadline voor zomervakantieaanvragen en na toewijzing van andere verzoeken), er al onderbezetting bestond in de zomerperiode en veel diensten gedraaid moesten worden. Bovendien zou het toestaan van het verlof een verkeerd signaal naar collega’s geven en extra diensten van hen vereisen. De geplande afwezigheid betrof bijna zes weken aansluitend op reeds geplande vakantie; de werknemer had bovendien onvoldoende opgebouwde vakantiedagen en was bovendien kort in dienst geweest en had tussen januari en april 2025 slechts acht dagen gewerkt.

De werknemer stelde overmacht in: dat betalingen pas na een loting waren gedaan of dat er in Syrië een uitreisverbod zou gelden waardoor hij eerst de Hadj moest doen. De kantonrechter vond dat deze stellingen onvoldoende waren onderbouwd; er werden geen documenten overgelegd die overmacht aantonen, terwijl de werkgever dat gemotiveerd had betwist. Ook het beroep op godsdienstvrijheid en gezinsleven faalde: de werkgever had rekening gehouden met de religieuze belangen en aangeboden om bij tijdige aanvraag volgend jaar verlof voor de bedevaart te verlenen, en het recht op familieleven reikt niet zover dat een werknemer buiten de bijzondere verlofregels direct recht op langdurig verlof kan eisen.

Conclusie: het ontslag op staande voet was proportioneel en rechtsgeldig; de vorderingen van de werknemer werden daarom afgewezen.