Versobering ETK-regeling - antwoord op vragen

dinsdag, 21 oktober 2025 (08:22) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

Staatssecretaris Heijnen (Financiën) heeft in reactie op vragen over het Belastingplan 2026 verduidelijkt dat de ETK-regeling vanaf 2026 wordt versoberd voor zogenoemde ingekomen werknemers: vergoedingen voor extra kosten van levensonderhoud (door hogere prijzen in het werkland) en voor niet-zakelijke gesprekskosten komen niet langer onbelast voor vergoeding in aanmerking. ETK staat voor extra-territoriale kosten en biedt werkgevers normaal gesproken de mogelijkheid om extra beroepsgebonden uitgaven van werknemers die buiten hun land van herkomst werken onbelast te vergoeden.

Voor uitgezonden werknemers blijft het mogelijk om een onbelaste vergoeding te ontvangen; voor deze groep start een apart onderzoek naar eventuele aanpassingen. Het kabinet benadrukt dat de versobering is bedoeld om de regeling dichter bij het oorspronkelijke doel te brengen: het scheppen van een fiscaal gelijk speelveld tussen werknemers die wel ETK maken en lokale werknemers die die kosten niet hebben. De juridische houdbaarheid van de bredere expatregeling (de 30%-regeling) wordt volgens het kabinet niet aangetast en het demissionaire kabinet ziet geen plannen voor verdere aanscherpingen.

Kennismigranten die voldoen aan de voorwaarden van de expatregeling blijven de forfaitaire vergoeding (de 30%-regeling) ontvangen; werknemers die hier niet onder vallen kunnen nog steeds op grond van de ETK-regeling hun werkelijke extra kosten laten vergoeden. De recente wijziging beïnvloedt de maximale hoogte van de forfaitaire expatvergoeding niet direct, los van een eerder aangekondigde verlaging van 30% naar 27% per 2027 — een maatregel die volgens SEO mogelijk de aantrekkelijkheid van Nederland voor kennismigranten schaadt. Verdergaande versobering van de expatregeling zou nadelig zijn voor de Nederlandse kenniseconomie, temeer daar veel buurlanden vergelijkbare regelingen hebben.

De maatregel geldt uitsluitend voor ingekomen werknemers (in Nederland werkzaam of verblijvend en in een ander land werkend) en niet voor uitgaande werknemers. De Belastingdienst voorziet mogelijk bezwaar- en beroepsprocedures tegen het onderscheid tussen ingekomen en uitgezonden werknemers. Per 1 januari 2026 worden de bedoelde vergoedingen in principe als belast loon aangemerkt, waardoor werkgevers snel moeten aanpassen; vooral de stakeholders die uitgaan van bestaande convenanten ervaren het korte tijdsbestek en een eventuele voortijdige beëindiging van convenanten als onbillijk.