Waarom parttimers dit jaar minder vakantiegeld kregen

woensdag, 10 september 2025 (12:05) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

Parttimers krijgen in 2025 netto minder vakantiegeld en een lager nettoloon dan in 2024, vooral door aanpassingen in de loonbelastingtabellen en de heffingskortingen. Voorbeeldberekening: iemand die parttime werkt en bruto €1.000 per maand verdient heeft recht op 8% vakantiegeld (€960 bruto). In 2025 levert dat bruto vakantiegeld slechts €693 netto op; in 2024 was dat €906 netto — een verschil van €213 minder.

Belangrijkste oorzaken
- Schijventarief loonbelasting/premie volksverzekeringen (eerste schijf) is in 2025 licht gedaald van 36,97% naar 35,82%. Bij een bruto maandsalaris van €1.000 haalt de werknemer daar een klein voordeel uit van ongeveer €11,41 per maand.
- De algemene heffingskorting en de arbeidskorting zijn echter verlaagd. Voor een bruto maandsalaris van €1.000 bedraagt de algemene heffingskorting in 2025 €255,67 (was €280,17 in 2024) en de arbeidskorting €80,53 (was €89,08). De daling van die kortingen is groter dan het voordeel van het lagere tarief, waardoor het netto maandsalaris ongeveer €21,67 lager uitvalt dan in 2024.
- Voor vakantiegeld wordt de loonheffing berekend met de speciale ‘witte tabel bijzondere beloning’, waarbij naast het tarief ook een zogenoemd verrekeningspercentage van de loonheffingskorting wordt toegepast. Dat percentage is in 2025 voor een jaarloon van €12.960 (12×€1.000 + €960 vakantiegeld) -8,05%. Hierdoor wordt effectief 35,82% − 8,05% = 27,77% aan loonheffing op het bruto vakantiegeld ingehouden, oftewel €266,59. In 2024 was het unieke verrekeningspercentage veel lager (-31,43%), waardoor toen slechts 5,54% (36,97 − 31,43) werd ingehouden (€53,18). Het verschil in ingehouden loonheffing verklaart vrijwel geheel het verlies van €213 netto vakantiegeld in 2025.

Naverrekening en netto-effect over het jaar
De ingehouden loonheffing is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Bij het genoemde jaarinkomen van €12.960 komt de uiteindelijke jaarplicht voor inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen in 2025 uit op €356. Omdat er tijdens het jaar €526,63 is ingehouden (maandelijkse achteruitgang + vakantiegeldinhouding), levert de aangifte over 2025 vermoedelijk een teruggave op van ongeveer €171. Die aangifte moet de werknemer overigens zelf doen om dat terug te krijgen. Desondanks verandert dit niets aan het feit dat er per saldo een achteruitgang over het hele jaar is: in 2024 werd over hetzelfde inkomen geen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen betaald, waardoor er een nettoverlies van circa €356 over het jaar resteert.

Aannames en bron
De berekeningen gaan uit van een parttimer jonger dan de AOW‑leeftijd met toepassing van loonheffingskorting en van een tabelloon van €999. Het artikel is afkomstig uit de Kennisbank voor salarisprofessionals van 2Xplain.