Werkgever hoeft WAZO-uitkering niet aan te vullen tot 100 procent loon

In dit artikel:

Werkgever hoeft WAZO‑uitkering niet aan te vullen tot volledig salaris. De arbeidsovereenkomst werd ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding (g‑grond); de werknemer krijgt wel een transitievergoeding maar geen billijke vergoeding.

De werknemer was op non‑actief gezet per 9 augustus 2024 en kreeg vanaf 19 september 2024 gedurende 16 weken zwangerschaps‑ en bevallingsverlof. Tijdens die periode ontving zij van het UWV een WAZO‑uitkering ter hoogte van 100% van het dagloon (gemaximeerd). De rechtbank oordeelt dat tijdens verlof geen recht op loon geldt en dat artikel 7:628 BW hier niet van toepassing is; in plaats daarvan gelden de regels uit hoofdstuk 3 van de WAZO.

De klacht dat zij hierdoor financieel slechter zou staan dan mannelijke collega’s strandt ook: de WAZO is gebaseerd op de Europese Zwangerschapsrichtlijn (Pregnant Workers Directive). Die verplicht lidstaten tot behoud van bezoldiging of een adequate uitkering die het inkomen tijdens onderbreking om gezondheidsredenen waarborgt, maar geeft geen recht op volledige loondoorbetaling boven het gemaximeerde dagloon. De Nederlandse uitkering van 100% van dat maximumbedrag voldoet volgens de rechtbank aan de richtlijn.

Het feit dat de werkgever niet vooraf waarschuwde of dat in de arbeidsovereenkomst niets over bijvullen is opgenomen, verandert niets aan dit wettelijk regime; dat geeft de werknemer geen aanspraak op aanvullend loon.