Werkgever laat werknemer terecht niet toe tot oude werkzaamheden
In dit artikel:
Een kantonrechter heeft de eis van een zieke werknemer afgewezen om terug te keren naar zijn oude functie. De werknemer had tijdens ziekte aangepast werk gedaan en wilde zijn eerdere taken weer oppakken, maar de werkgever weigerde dat omdat die functie volgens hem niet meer bestaat en omdat de samenwerking met de direct leidinggevende problematisch is. De rechter gaf de werkgever gelijk.
De werkgever toonde aan dat de werkzaamheden van de werknemer zijn verdwenen als gevolg van een reorganisatie: een deel is geautomatiseerd en een deel is ondergebracht bij hogere functies. Die onderbouwing werd ondersteund met veel documenten, de inspraak van de ondernemingsraad en een beoordeling door de klachtencommissie, zodat de rechter niet aannam dat het om een schijnconstructie ging om de werknemer te ontslaan.
Daarnaast speelde de verslechterde werkrelatie met de leidinggevende mee. Een arbeidskundig rapport van 14 maart 2025 concludeerde dat die relatie zodanig slecht was dat de werknemer medische klachten ontwikkelde. De werkgever wilde voorkomen dat hervatting van de oude taken zou leiden tot herhaling van die situatie. De werknemer ontkende een probleem met zijn leidinggevende en betwistte de automatisering van het werk, maar de rechter vond zijn bewijs en getuigenverklaringen niet overtuigend en achtte zijn verwachting dat de leidinggevende zich zou veranderen onvoldoende gronde voor herplaatsing.
De conclusie is dat de werkgever zich niet heeft misdragen als goed werkgever door de werknemer niet toe te laten tot zijn oude werkzaamheden. Omdat er zowel feitelijke vervreemding van de functie als reële gezondheidsrisico’s door de slechte werkrelatie zijn vastgesteld, wees de kantonrechter de vordering af en zag geen aanleiding tot andersluidende beschikking.