Werkgever mocht kosten werknemer niet verrekenen met laatste salarisbetaling

donderdag, 23 oktober 2025 (11:51) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

De kantonrechter oordeelt dat de werkgever niet bevoegd was om de meeste inhoudingen op de eindafrekening van een werknemer te doen; alleen een lunchbedrag van €6 mocht worden verrekend. De werknemer was in mei 2024 op staande voet ontslagen; bij de eindafrekening heeft de werkgever verschillende posten van zijn laatste salaris afgetrokken en vordert vervolgens het restant (€1.444,54) plus rente en kosten. De rechter wijst die vordering grotendeels af en geeft de werknemer grotendeels gelijk in zijn tegenvordering.

Belangrijkste feiten en beslissingen
- Geïntimeerde vorderingen werkgever: het gevorderde bedrag bestond uit kosten voor rijlessen, lunch, een privélaptop en de vervanging van een kantoorslot. Alleen de lunchkosten van €6 bleken aantoonbaar en toewijsbaar; de rest niet.
- Rijlessen: de werkgever verwees naar het personeelshandboek om verrekening met het laatste salaris te rechtvaardigen. De kantonrechter vond die bepaling onduidelijk en onvoldoende als grondslag voor inhouding bij ontslag op staande voet. De passage lijkt eerder te slaan op vertrek op eigen verzoek; onduidelijkheden komen voor rekening van de werkgever.
- Privélaptop: de werkgever stelde dat de werknemer nog een restbedrag schuldigde, maar leverde geen documenten of specificatie van de zogenoemde 'coin'-betalingen. De werknemer betoogde dat de laptop al was afgerekend met tijdens het dienstverband verkregen coins; de werkgever faalde in de bewijslevering, dus de inhouding was onterecht.
- Kantoorslot/sleutels: de werkgever claimde vervangingskosten omdat sleutels niet zouden zijn ingeleverd. De werknemer zegt de sleutels wel te hebben ingeleverd en de werkgever had de werknemer nooit in gebreke gesteld; er was dus geen bewijs van verzuim en geen grond voor inhouding.

Tegenvordering werknemer (reconventie)
- De werknemer vorderde betaling van niet-genoten vakantiedagen (€762,56 bruto), vakantietoeslag (€1.559,76 bruto) en ten onrechte als onbetaald verlof aangemerkte ziekte-uren (€304,06 bruto), plus een correcte eindafrekening/loonstrook, rente en kosten.
- De kantonrechter stelt vast dat die bedragen op de loonstrook van mei 2024 zijn ingehouden en dat de werkgever niet heeft aangetoond op welke specifieke dagen onbetaald verlof zou zijn genoten of dat er een negatief verlofsaldo bestond. De vakantietoeslag bleek bovendien daadwerkelijk niet te zijn uitbetaald.
- Deze vorderingen zijn daarom grotendeels toewijsbaar. De werknemer krijgt tevens recht op een correcte eindafrekening en loonstrook.

Rente en wettelijke verhoging
- Wettelijke rente over het achterstallig loon wordt toegewezen vanaf 1 juni 2024 tot volledige voldoening.
- Omdat de werkgever te laat was met de laatste salarisbetaling, is een wettelijke verhoging van maximaal 50% verschuldigd. De kantonrechter matigt dit tot 20%, gezien het gaat om een eindafrekening en de werknemer niet direct klachten had ingediend.

Slotopmerkingen
- De werkgever krijgt grotendeels niets; alleen de €6 lunchvergoeding mocht worden ingehouden en hierover is geen rente verschuldigd omdat dit bij de eindafrekening al is verrekend. De uitspraak benadrukt dat inhoudingen op loon een duidelijke, aantoonbare grondslag vereisen en dat onduidelijkheden tegen de werkgever worden uitgelegd.