Werknemer leende geld van bewoner zorginstelling - ontslag op staande voet terecht
In dit artikel:
Een zorgmedewerker is op staande voet ontslagen omdat zij geld had aangenomen en geleend van bewoners, iets wat binnen de instelling en in de beroepscode voor verzorgenden expliciet verboden is. Op 21 maart 2025 vroeg haar teamleider haar naar het gerucht dat zij geld van een bewoner had geleend; de werknemer bekende dat en werd direct geschorst. Na een kort onderzoek gaf de instelling op 25 maart 2025 het ontslag, wat de kantonrechter voldoende voortvarend vond gezien het weekend en het tussenliggende onderzoek.
Feitelijk stond vast dat de medewerker een bewoner €2.000 had geleend en dat een afgesproken terugbetaaldatum niet was nagekomen. Daarnaast had zij meerdere kleinere bedragen van een andere bewoner aangenomen (in de stukken wordt dit zowel als driemaal €500 als driemaal €50 vermeld). Omdat zij al meer dan dertien jaar bij de instelling werkte, oordeelde de rechter dat haar onwetendheid van het huishoudelijk reglement, de gedragscode en de beroepscode niet geloofwaardig is; die regels waren voor haar beschikbaar en medewerkers worden hierover mondeling geïnformeerd. Bovendien had de werknemer zelf erkend dat verzorgenden geen financiële banden met cliënten mogen hebben.
De kantonrechter vond dat het omgaan met geld van kwetsbare cliënten een ernstige schending van professionele normen en van de vertrouwensrelatie vormt en daarmee een dringende reden oplevert voor ontslag op staande voet. Het lange dienstverband en haar verder goede functioneren wegen onvoldoende tegen de aard van de gedragingen op. Omdat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen, heeft de zorgmedewerker geen recht op transitievergoeding of op een billijke vergoeding.
Kortom: lenen en aannemen van geld van cliënten door een zorgverlener werd in deze zaak als ernstig plichtsverzuim beoordeeld, waardoor het onmiddellijke ontslag rechtsgeldig bleef.