Werknemer verzwijgt twee extra fulltime banen - forse schadevergoeding betalen

maandag, 3 november 2025 (07:05) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

Een werknemer die naast haar vaste baan drie voltijdsovereenkomsten had afgesloten — waardoor ze formeel 120 uur per week zou moeten werken — is door de kantonrechter veroordeeld tot terugbetaling van ruim €73.000 aan haar eerste werkgever. De zaak speelt zich af na haar indiensttreding bij die werkgever op 1 september 2021; op 10 en 15 januari 2022 begon zij daarnaast fulltime bij respectievelijk een bank en een bedrijf, plus incidentele werkzaamheden voor een universiteit.

Kort na het aangaan van de tweede en derde arbeidsovereenkomst meldde de medewerker zich ziek: op 28 februari 2022 bij de eerste werkgever en op 28 april 2022 bij de bank en het bedrijf. De rechter acht het aannemelijk dat de combinatie van drie fulltime banen, mede in het licht van haar thuissituatie als alleenstaande moeder van twee kinderen, niet verenigbaar was met de vereiste arbeidscapaciteit en herstel. De werknemer heeft niet vooraf overleg gevoerd met haar hoofdwerkgever en evenmin melding gedaan van de nevenbanen aan de bedrijfsarts of tijdens re-integratiegesprekken.

De kantonrechter oordeelt dat de werknemer ernstig tekortgeschoten is in haar verplichtingen onder het beginsel van goed werknemerschap (art. 7:611 BW). Bovendien heeft zij in juni 2024 onjuiste verklaringen afgelegd over haar werkzaamheden en inkomsten; pas na het dreigen met een voorlopig getuigenverhoor kwam volledige openheid. Die leugenachtigheid versterkt het oordeel van verwijtbaarheid.

De werkgever vorderde in eerste instantie verrekening op grond van art. 7:629 lid 5 BW, maar die grondslag faalt omdat de extra inkomsten waren verkregen voordat de werknemer ziek werd en daarom geen vervangende inkomsten voor bedongen arbeid betreffen. De rechter vult de vordering ambtshalve aan en baseert de schadevergoeding op de onrechtmatige gedragingen (art. 7:611 BW) en de daaruit voortvloeiende schadebegroting (art. 6:97 BW). De rechter stelt dat de werkgever door onbekendheid met de nevenbanen geen maatregelen kon nemen (zoals het verbieden daarvan of het staken van loonbetalingen), waardoor sprake is van causaal verband.

Uiteindelijk moet de werknemer aan haar werkgever terugbetalen: €36.599 (inkomsten uit 2e/3e dienstverbanden en Ziektewet 2022), €27.691 (Ziektewet 2023) en €8.995,20 (Ziektewet begin 2024), totaal €73.285,20. Een klein bedrag van €720 bruto van de universiteit in 2022 blijft buiten beschouwing als incidenteel. De kantonrechter geeft aan dat partijen overleg moeten voeren over betaalwijze, omdat betaling in één keer onwaarschijnlijk is.

Kortom: het niet melden en gelijktijdig uitvoeren van meerdere voltijdbanen leidde tot ziekte, loonsbetalingen door de werkgever en uiteindelijk een veroordeling tot aanzienlijke schadevergoeding wegens schending van goed werknemerschap.