Wet overgang van onderneming in faillissement - advies Raad van State

dinsdag, 16 december 2025 (08:51) - Salaris Vanmorgen

In dit artikel:

De Raad van State heeft een advies uitgebracht over het wetsvoorstel Wet overgang van onderneming in faillissement, dat de positie van werknemers bij een doorstart wil versterken. Het voorstel introduceert in het Burgerlijk Wetboek een nieuwe regel: bij de verkoop van een failliete onderneming gaan in principe alle werknemers die vóór het faillissement in dienst waren mee naar de overnemer. Dit wijkt af van de huidige praktijk waarbij de verkrijger zelf kon bepalen welke werknemers nieuwe contracten kregen.

Er is een uitzondering voor overnames van kleine ondernemingen: de verkrijger kan dan kiezen de nieuwe regels niet toe te passen. De Raad waarschuwt dat dit knelpuntig kan uitpakken omdat de meeste failliete bedrijven klein zijn; daardoor kan de uitzondering de hoofdregel in de praktijk ondermijnen. Bovendien kan een grote overnemer die een klein bedrijf koopt van die uitzondering profiteren. Ook mist in de toelichting een inschatting van de administratieve en financiële lasten voor bedrijven die van de uitzondering gebruikmaken.

Als niet alle werknemers behouden kunnen blijven omwille van de continuïteit, mag de verkrijger een deel weglaten. Voor de selectie moet de verkrijger de voorgeschreven inspiegelingsmethode toepassen: binnen gelijkwaardige functies wordt per leeftijdsgroep vastgesteld wie, bij afwezigheid van faillissement, als laatste in aanmerking zou komen voor ontslag; die persoon krijgt vervolgens als eerste een nieuw contract aangeboden. De Raad vindt deze methode zeer gedetailleerd en vreest dat die complexiteit potentiële overnames kan ontmoedigen. Hij raadt aan in de toelichting uit te leggen waarom juist deze methode is gekozen en niet een alternatieve indeling.

Het wetsvoorstel verplicht de verkrijger ook om werknemers een nieuw arbeidsovereenkomst aan te bieden met in hoofdzaak dezelfde arbeidsvoorwaarden als bij de failliete werkgever, omdat de curator vaak de oude contracten heeft beëindigd. De Raad merkt op dat nadelen en mogelijke administratieve alternatieven voor het opstellen van nieuwe contracten niet in de toelichting zijn uitgewerkt en adviseert deze aspecten alsnog te belichten.