Ziekte-uren niet met opzet onjuist ingevuld: ontslag op staande voet onterecht
In dit artikel:
Een kantonrechter heeft het ontslag op staande voet van een filiaalleidster in een kledingwinkel vernietigd omdat er geen dringende reden bleek: er was geen bewijs van opzet bij onjuiste urenregistratie en evenmin voorwaardelijk bewezen diefstal van een kinderpyjama. De werknemer werkt al sinds 1982 voor de werkgever en had sinds 20 januari 2025 een tijdelijke vermindering van haar arbeidsomvang naar 50% (vier keer vier uur per week).
Wat gebeurde: de werknemer voerde in het Work Force Management-systeem (WFM) bij ziekte dagelijks vijf uur in, terwijl zij naast vier gewerkte uren aangaf dat zij vier ziekte-uren had; dat resulteerde in dagtotalen van negen uur. Naar aanleiding van die onregelmatigheid schakelde de werkgever een extern recherchebureau in. Op camerabeelden van 10 maart 2025 rond 13:00 uur, tijdens de pauze, lag een kinderpyjama op de toonbank; een collega sloeg andere artikelen aan, maar de pyjama werd niet zichtbaar afgerekend. Op 22 april 2025 werd de werknemer door de regiomanager en een medewerker van het recherchebureau gehoord. Zij gaf tijdens dat gesprek een fout toe bij de urenregistratie en ontkende dat zij de pyjama opzettelijk zonder te betalen had meegenomen. Het gesprek is wel genotuleerd maar niet door haar ondertekend. Diezelfde dag volgde ontslag op staande voet, bevestigd per brief.
De rechter oordeelt dat voor fraude, diefstal of verduistering bewuste opzet vereist is. De werkgever is te snel tot die conclusie gekomen en had eerst zorgvuldig navraag moeten doen en intern onderzoek moeten voeren voordat hij tot het ultieme middel van onmiddellijke ontslag overging. Bij de zitting bleek bovendien dat het WFM-systeem onduidelijk is ingericht: bij de zogeheten rode waarschuwing werkt die alleen voor onjuist ingevulde gewerkte uren, niet voor ziekte-uren. Dit maakt plausibel dat de onjuiste invoer een fout kon zijn en dat er geen opzet is komen vast te staan. Ook uit de camerabeelden volgt niet ondubbelzinnig dat de werknemer de pyjama bewust niet heeft betaald; er is onvoldoende bewijs voor diefstal.
Gevolg: het ontslag op staande voet is niet rechtsgeldig en wordt vernietigd. De werkgever is veroordeeld de werknemer weer tot de overeengekomen werkzaamheden toe te laten (wedertewerkstelling) en het loon door te betalen vanaf 22 april 2025 tot een rechtsgeldig einde van de arbeidsovereenkomst. Omdat de werkgever zonder geldige reden de betaling heeft gestaakt, is ook de wettelijke verhoging van 50% over het niet-betaalde loon toegewezen. Een door de werkgever ingediend voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is afgewezen; de rechter acht de verstoring van de arbeidsrelatie niet zodanig dat van de werkgever niet meer kan worden verlangd het dienstverband voort te zetten, zeker gezien de lange diensttijd en de positieve houding van de werknemer.
Kernpunt uit de uitspraak: een zero-tolerancebeleid bij vermeende fraude is toegestaan, maar ontslag op staande voet wegens fraude of diefstal vereist deugdelijk, zorgvuldig onderzoek waaruit opzet duidelijk blijkt — iets wat hier ontbrak. De rechter legt de bal bij de werkgever om de relatie te herstellen.